gerelateerde werken
Softly Bouncing : for orchestra / Martijn Padding
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
2fl 2ob 2cl 2fg 4h 2tpt 2trb tb timp 2perc str
Three wheels : for orchestra, 2002 / Toek Numan
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
3333 4231 3perc hp str
Chapter Five : for orchestra, 2002 / Enrique Raxach
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
3333 4331 timp 3perc pf str
Divertimento voor orkest : (naar de balletmuziek 'Roxelane en de beren'), 1965 ('66) / Wim Franken
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
2221 1120 perc pf str
compositie
Scharf abreissen : for orchestra, 1995 / Martijn Padding
Overige auteurs:
Padding, Martijn
(Componist)
Toelichting:
Program note (Dutch): Première: 15 december 1995 - Dr Anton Philipszaal Den Haag - Residentie Orkest o.l.v. Oliver Knussen (Jubileumconcert 50 jaar Gaudeamus) - Er bestaan voor mij twee grote componisten: Beethoven en Monk. Daarna is er een hele tijd niets. In Beethoven bewonder ik de manier waarop hij van een heel bescheiden gegeven een meesterlijk bouwwerk kan maken. Neem het thema van de Vijfde symfonie: tatatatáááá. Het gaat namelijk bij het componeren om de manier waaróp je iets doet. Daarom vind ik Monk zo goed. Neem de timing van die man aan de piano. Omdat hij psychotisch was zat hij altijd onder de tranquillizers. Monk maakte hele rare pauzes in het harmonisch-ritmisch betoog, hij was dan even aan het nadenken. Daarmee ondermijnde hij het gevoel van het harmonisch-tonale ritme. Hij atonaliseerde ook de harmonieën door er dissonerende secun\-den tegenaan te spelen. Hij gunt die akkoorden niets, hij pest ál die akkoorden. Die onlogi\-ca is heel moeilijk te benaderen. Beide componisten zijn ook
aanwezig in Scharf abreissen dat samen met twee andere grootschalige werken een trilogie vormt: Jesu, erbarme Dich noch einmal voor koor en orkest en Nicht eilen, nicht schleppen voor zangstem en ensemble. Het primaire aandachtspunt bij het componeren is voor mij het verloop van de harmonische verbindingen. Voordat ik aan het werk ga, wil ik het harmonische verloop van het hele stuk al helemaal uitgewerkt hebben. Ik wil het eerste akkoord weten en het laatste akkoord. Er moet een stuwing zijn van de ene harmonie naar de volgende. Elke toonhoogte moet een noodzaak hebben om te klinken. Die nooit moet volgen uit de harmonische causaliteit. Daarom vind ik de muziek van Boulez niet zo interessant meer, of het esthetische gefriemel van noten van de Berio- en Donatoni-epigonen uit Italië. Wolkjes van tonen, maar wat gebeurt er nu eigenlijk? Of de muziek van Cage, het maakt niet uit of zijn stukken een uur duren of vijf minuten. De laatste drie jaar ben ik, terwijl ik op de piano
experimenteer, op zoek naar mijn eigen akkoordenreeksen in het schemergebied tussen diatoniek (zeventonige toonladder) en chromatiek (twaaltonige toonladder). Voor de trilogie heb ik een matrix van zes zesstemmige akkoorden gebruikt. Deze reeks akkoorden is voor mij het perfecte werkveld: ook in verschillende transposities kan ik 'moduleren' tussen deze akkoorden zonder dat de stemvoering eronder lijdt. Die is altijd goed zolang ik maar niet twee keer hetzelfde akkoord gebruik in een bepaalde transpositie, want dan krijg ik parallelle bewegingen tussen de verschillende stemmen. In Scharf abreissen vertel ik eigenlijk drie verhalen tegelijkertijd. Het belangrijkste verhaal wordt gevormd door de tweestemmige koralen. Ik heb voor dit stuk twaalf tweestemmige koralen geschreven, gewoon op de manier van het oude noot-tegen-noot-contrapunt: een reeks intervallen, harmonisch het meest simpel denkbare procédé (op unisono na), plechtig en regelmatig gespeeld door een heel groot orkest. Dat was
mijn eerste visioen. Het tweede verhaal bestaat uit verwijzingen naar hyperromantische en hysterische muziek van Mahler en Brahms. De harmonieën hiervoor komen voor een gedeelte uit mijn matrix. Het derde verhaal bestaat uit swingende Monk-achtige structuren en verwijzingen (vooral in het soms zware slagwerk) naar rock muziek. - MARTIJN PADDING