gerelateerde werken
Red, white and blues : Dutch new blues pieces, for piano, 1996-2006, Volume 2
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Piano
Bezetting:
pf
Danses sacrées : for piano and chamber orchestra, 1989/90 / Ton de Leeuw
Genre:
Orkest
Subgenre:
Piano en orkest
Bezetting:
2ob(eh) 2h perc str(8.6.4.4.2.) pf-solo
Concertino da primavera : per pianoforte, quintetto a fiati, archi e timpani, 1978 / Peter Visser
Genre:
Orkest
Subgenre:
Piano en orkest
Bezetting:
1111 1000 timp str pf-solo
Concerto Nº 7 : for luthéal and orchestra / Jan-Peter de Graaff
Genre:
Orkest
Subgenre:
Piano en orkest
Bezetting:
lutheal-solo picc 2fl(fl-a/picc) ob eh cl(cl-b) cl-b 2fg(cfg) 4h tpt-picc 2tpt 2trb trb-b tb timp 3perc hp cel str
compositie
Khayal : concerto for piano and ensemble/chamber orchestra, 1996 / Sinta Wullur
Overige auteurs:
Wullur, Sinta
(Componist)
Toelichting:
Khayal is een term die zowel in Indonesië als in India voorkomt. Dit werk vertoont dan ook invloeden van zowel de Indiase als de Indonesische muziek. Khayal in Indonesië betekent zoveel als fantasie of fictie. Dit element komt tot uitdrukking in het spel van de solist dat beschouwd kan worden als een uitgeschreven improvisatie. De vorm van het stuk is veeleer geïnspireerd op de Indiase Khayal-stijl. In deze muzieksoort wordt er in het begin stapsgewijs toonmateriaal verkend. Eerst horen wij slechts enkele tonen die langzamerhand uitgroeien tot een volledige modus (raga). Vervolgens wordt het ontgonnen materiaal in virtuoze gebaren ten gehore gebracht. Dit proves van 'improvisatie' is opgenomen in elk van de drie delen van het pianoconcert. In het eerste deel is de hoofdlijn overwegend een éénstemmige melodie, in het middendeel een melodie in akkoorden en in het laatste gedeelte is er sprake van een melodie in octaven. Gedurende het solospel produceert het orkest harmonische klankvelden die als een schaduw fungeren van de solist. Behalve Indiase invloeden vinden wij in Khayal veel muzikale bouwstenen die afkomstig zijn van de Indonesische muziek. In het middendeel is er bijvoorbeeld sprake van heterofonie zoals die voorkomt in de Javaanse gamelan. In het eerste en laatste deel horen wij ritmes en motieven uit de Balinese gong kebyar.