gerelateerde werken
Harmonic movements : for orchestra, 1990 / Sinta Wullur
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
fl fl(fl-a) fl(pic) 2ob eh 3cl cl-b 2fg cfg 4h 2trp 2 trb tb 4perc hp pf str
De Runen sage : voor piano en orkest / Martin Alman Röttgering
Genre:
Orkest
Subgenre:
Piano en orkest
Bezetting:
2222 4200 timp perc str pf-solo
Orkeststuk met piano : for piano and orchestra, 1915 / Willem Pijper
Genre:
Orkest
Subgenre:
Piano en orkest
Bezetting:
3232 4300 timp 2perc hp str pf-solo
unequal parts : for piano and ensemble, 2006 / Martijn Padding
Genre:
Orkest
Subgenre:
Piano en orkest
Bezetting:
fl(pic fl-b) ob(eh) 2cl cl-b h 3trp 2trb trb-cb perc man 2hp acc str pf-solo
compositie
Khayal : concerto for piano and ensemble/chamber orchestra, 1996 / Sinta Wullur
Overige auteurs:
Wullur, Sinta
(Componist)
Toelichting:
Khayal is een term die zowel in Indonesië als in India voorkomt. Dit werk vertoont dan ook invloeden van zowel de Indiase als de Indonesische muziek. Khayal in Indonesië betekent zoveel als fantasie of fictie. Dit element komt tot uitdrukking in het spel van de solist dat beschouwd kan worden als een uitgeschreven improvisatie. De vorm van het stuk is veeleer geïnspireerd op de Indiase Khayal-stijl. In deze muzieksoort wordt er in het begin stapsgewijs toonmateriaal verkend. Eerst horen wij slechts enkele tonen die langzamerhand uitgroeien tot een volledige modus (raga). Vervolgens wordt het ontgonnen materiaal in virtuoze gebaren ten gehore gebracht. Dit proves van 'improvisatie' is opgenomen in elk van de drie delen van het pianoconcert. In het eerste deel is de hoofdlijn overwegend een éénstemmige melodie, in het middendeel een melodie in akkoorden en in het laatste gedeelte is er sprake van een melodie in octaven. Gedurende het solospel produceert het orkest harmonische klankvelden die als een schaduw fungeren van de solist. Behalve Indiase invloeden vinden wij in Khayal veel muzikale bouwstenen die afkomstig zijn van de Indonesische muziek. In het middendeel is er bijvoorbeeld sprake van heterofonie zoals die voorkomt in de Javaanse gamelan. In het eerste en laatste deel horen wij ritmes en motieven uit de Balinese gong kebyar.