gerelateerde werken
24 capriccio's voor viool solo
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Viool
Bezetting:
vl
Harpia : for baroque triple harp / Aliona Yurtsevich
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Harp
Bezetting:
hp
Pour le tombeau d'Orphée : danse élégiaque pour harpe seule / Marius Flothuis
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Harp
Bezetting:
hp
Soneria, romanza e mazurca : per arpa, 1958 / Karel Mengelberg
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Harp
Bezetting:
hp
compositie
Vertooning : for harp solo, 1997 / Willem Jeths
Overige auteurs:
Jeths, Willem
(Componist)
Toelichting:
Program note (Dutch): De titel van de compositie heeft een tweeledige betekenis. Enerzijds verwijst hij naar het verschijnsel van het veranderen van een toon door middel van het trappen op een pedaal waarmee bijvoorbeeld de toon f tot fis veranderd / "vertoond" wordt. Anderzijds verwijst de titel naar een vertoning in de zin van het theatraal demonstreren van toegevoegde elementen als een slagwerkinstrumentje, het gebruik van een strijkstok en een "E-bow" (elektrische strijkstok).
De compositie heeft een octaaf als onderwerp waarbij de verkleuring hiervan centraal staat. Op allerlei manieren wordt dit gerealiseerd door scordatura (het verstemmen van een toon), het verkleuren van een toon met flageoletten en het aanstrijken van een toon met een strijkstok en door het gebruik van een "Energy-Chime", een slagwerkinstrumentje met een vaste toonhoogte (Bes). Gedurende de hele compositie is er een constante toon (B) hoorbaar die de werking heeft van een bourdon. Deze toon die de laagste toon van de harp is wordt door een zogenaamde "E-bow" die aan de pilaar van de harp is bevestigd tot klinken gebracht. In het perspectief van deze toon ontstaan er allerlei octaafverkleuringen en harmonische afgeleiden van deze toon. Een andere toon B, een kleine secunde gelegen onder de centrale C, is een kwarttoon hoger gestemd waardoor het verkleuringsaspect nog meer versterkt wordt. Geleidelijk ontstaat er een geraffineerd spel van octaafverkleuringen dat uitmondt in een serie zeer
motorische fragmenten. Het veranderen van de toon door middel van het trappen op de pedalen krijgt in deze motorische fragmenten meer en meer de overhand waardoor het lijkt of er een slagwerker meespeelt. Uiteindelijk culmineert het stuk in een enorme pedaalslag passage de eigenlijke "vertooning". Het slagwerkinstrumentje (Energy Chime) dat als een "Fremdkörper" te beschouwen is door zijn klank maar ook door de afwijkende toonhoogte Bes wordt aan het slot van de compositie geïncorporeerd doordat de toon B veroorzaakt door de E-Bow door middel van scordatura wordt verstemd tot de toon Bes. - WILLEM JETHS