gerelateerde werken
Red, white and blues : Dutch new blues pieces, for piano, volume 2
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Piano
Bezetting:
pf
Touch the Cloud : for mixed choir and ensemble / Valery Voronov
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor en groot ensemble
Bezetting:
GK4 fl ob cl h tpt trb perc pf vn vla vc db
To be : for mixed choir and ensemble, 1998 / on words by William Shakespeare, Bart de Kemp
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor en groot ensemble
Bezetting:
GK4 0000 0040 2perc hp pf 3vl 2vla vc cb
Schweigsamer Tod : for soprano solo, baritone solo, mixed choir and ensemble / Joop Voorn
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor en groot ensemble
Bezetting:
sopr-s bar-s GK4 ob 2h hp org 2vl 2vla 2vc cb
compositie
Indoratorium 2 : voor gemengd koor en ensemble, 1994 / teksten: Jayabaya (12e eeuw): Ramalan Jaya Baya; Umi yukaba (Japans strijdlied); Willem Brandt: Nachten/Revolutie; Indonesische strijd- en volksliederen, Sinta Wullur
Overige auteurs:
Brandt, Willem
(Tekstdichter/librettist)
Jayabaya
(Tekstdichter/librettist)
Wullur, Sinta
(Componist)
Toelichting:
Program note (Dutch): (Première: 27-4-1995 - Domkerk, Hoogezand - Koor van het 4 mei-project met gelegenheidsorkest o.l.v. Jurriaan Grootes m.m.v. het Tifacollectief). Indoratorium 2 is het vervolg van Indoratorium 1, maar kan ook als aparte compositie worden uitgevoerd. De teksten gaan over Indonesië is de periode van de Tweede Wereldoorlog. Het begint met een oude voorspellende tekst in het oud-Javaans die indirect de komst van zowel de Nederlandse als de Javanse overheersing beschrijft. Het karakter van deze muziek is recitativisch op zijn Javaans. Deel B handelt over de Japanse onderdrukking. De tekst is afkomstig van een lied dat verplicht gezongen moet worden tijdens de bezetting, in het Japans en in het Indonesisch. Er wordt gebruik gemaakt van typische Japanse percussie instrumenten: kabukiblocs en atarigane. Het spreekkoorgedeelte zou dreigend moeten klinken en de glissandi klagend. Het derde deel C heeft als tekst een gedicht over de eenzaamheid en gevangenschap van een Nederlander in een Japans kamp. Hier is de compositie gebaseerd op de structuur van de Javaanse gamelan. De aard van de muziek is introvert en melancholisch. Het vierde deel D heeft als tekst een gedicht over de komende opstand van de bevolking, gezien vanuit de Nederlander, afgewisseld met citaten van Indonesische strijdliederen in het Indonesisch. Er worden Balinese gamelanachtige principes gebruikt, dat wil zeggen opzwepend van karakter en gebruikmakend van Hoketustechnieken. Bij D8 bijvoorbeeld vullen de lettergrepen van de sopraan en alt-partijen en die van de tenor en bas-partijen elkaar aan. - SINTA WULLUR