componist
Sinta Wullur werd geboren op 16 november 1958 in Bandung, Indonesië en kwam in 1968 naar Nederland.
Opleiding
Zij studeerde piano aan het Sweelinck Conservatorium Amsterdam bij Willem Brons en sloot deze ...
gerelateerde werken
Balifoon : for extended saron, marimba and bass marimba / Sinta Wullur
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Gemengd ensemble (2-12 spelers)
Bezetting:
sarom mar mar-b
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor en groot ensemble; Elektronica en zangstem(men) met of zonder instrument(en)
Bezetting:
GK8 1111 2121 2perc vl vla vc cb tape
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor en groot ensemble
Bezetting:
sopr-m bas recit GK4 9vl 3vla 2vc cb synth
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor en groot ensemble
Bezetting:
GK3 ens
compositie
Indoratorium 2 : voor gemengd koor en ensemble, 1994 / teksten: Jayabaya (12e eeuw): Ramalan Jaya Baya; Umi yukaba (Japans strijdlied); Willem Brandt: Nachten/Revolutie; Indonesische strijd- en volksliederen, Sinta Wullur
Overige auteurs:
Brandt, Willem
(tekstdichter/librettist)
Jayabaya
(tekstdichter/librettist)
Toelichting:
Program note (Dutch): (Première: 27-4-1995 - Domkerk, Hoogezand - Koor van het 4 mei-project met gelegenheidsorkest o.l.v. Jurriaan Grootes m.m.v. het Tifacollectief). Indoratorium 2 is het vervolg van Indoratorium 1, maar kan ook als aparte compositie worden uitgevoerd. De teksten gaan over Indonesië is de periode van de Tweede Wereldoorlog. Het begint met een oude voorspellende tekst in het oud-Javaans die indirect de komst van zowel de Nederlandse als de Javanse overheersing beschrijft. Het karakter van deze muziek is recitativisch op zijn Javaans. Deel B handelt over de Japanse onderdrukking. De tekst is afkomstig van een lied dat verplicht gezongen moet worden tijdens de bezetting, in het Japans en in het Indonesisch. Er wordt gebruik gemaakt van typische Japanse percussie instrumenten: kabukiblocs en atarigane. Het spreekkoorgedeelte zou dreigend moeten klinken en de glissandi klagend. Het derde deel C heeft als tekst een gedicht over de eenzaamheid en gevangenschap van een Nederlander in een Japans kamp. Hier is de compositie gebaseerd op de structuur van de Javaanse gamelan. De aard van de muziek is introvert en melancholisch. Het vierde deel D heeft als tekst een gedicht over de komende opstand van de bevolking, gezien vanuit de Nederlander, afgewisseld met citaten van Indonesische strijdliederen in het Indonesisch. Er worden Balinese gamelanachtige principes gebruikt, dat wil zeggen opzwepend van karakter en gebruikmakend van Hoketustechnieken. Bij D8 bijvoorbeeld vullen de lettergrepen van de sopraan en alt-partijen en die van de tenor en bas-partijen elkaar aan. - SINTA WULLUR