gerelateerde werken
Miniatures : for bass clarinet / Initiated and edited by Fie Schouten
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Klarinet
Bezetting:
cl-b
Cantate for a spring day : for soprano solo, mixed 16 part chorus and orchestra / Walter Hekster
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor en instrumenten
Bezetting:
sopr 4sopr 4alt 4ten 4 bas 2fl 2h 2trb 6fl 2vla cb prc
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor en instrumenten
Bezetting:
GK4 perc pf
De Profundis : for mixed choir and ensemble / Niek Idelenburg
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor en instrumenten
Bezetting:
GK ob fg vn 2vla vc db org
compositie
E guerra e morte : for mixed choir and baroque ensemble (2 violins, viola da gamba and theorbo), 1997 / on words by Torquato Tasso, Calliope Tsoupaki
Overige auteurs:
Tasso, Torquato
(Tekstdichter/librettist)
Tsoupaki, Calliope
(Componist)
Toelichting:
Program note (Dutch): (Première: 14-1-1998 - Paradijskerk, Rotterdam - Cappella Amsterdam o.l.v. Daniel Reuss m.m.v. diverse instrumentalisten). Zoals Monteverdi muziektheaterstukken in de declamerende "stile rappresentativo" afwisselde met lyrische, puur vocale madrigalen om zijn publiek te vermaken, vertier te bezorgen, besloot ik ook echte amusementsmuziek te schrijven. Ik koos dus voor een soortgelijke afwisseling van vocale madrigalen (als in Monteverdi's achtste boek madrigalen) en mijn eigen zetting van het Combatimento di Tancredi e Clorinda. Het is een soort muziektheaterstuk voor koor geworden, heel melodieus en zonder echte actie maar wel af en toe met kleine rollen voor de hoofdpersonen. Het koor reageert net zo als in de Griekse tragedie. Ook Monteverdi's manier om inhoud van de tekst te illustreren met tremoli en pizzicati heb ik gevolgd; tijdens de vechtscène laat ik de viola da gamba Bartók-pizzicati spelen. Voor Monteverdi en zijn tijdgenoten vroegen woorden vaak om een eigen,
karakteristieke melodische wending; "sangue" (bloed) bijvoorbeeld werd gezongen op een dalende kleine secunde. Ik heb dat omgedraaid, er juist een stijgende secunde van gemaakt. Wanneer bij Tasso de verteller de nacht beschrijft waarin de twee hoofdpersonen met elkaar vechten, is dat eigenlijk een soort metafysische hymne. Ik heb daar ook weer een hymne van gemaakt. Het eerste gedeelte stopt op een heel belangrijk moment in de tekst, daar waar de verteller zegt: "Hij slaat driemaal zijn armen om haar heen, die niet de armen zijn van een minnaar maar van een vreselijke vijand". Eerder heeft hij haar precies zo omhelsd maar dan in de liefde. Dat raakt me heel persoonlijk, ik heb ook een tendens om te vechten in de liefde. Ik houd van een heel sterke spanning. Ook in een langzaam tempo kan je muziek spannend zijn, je geeft haar de tijd om spanning op te bouwen, het gaat om het magnetisme tussen de noten die naar elkaar toe getrokken worden. Wanneer Tancredi en Clorinda na hun eerste
vechtpartij uitrusten, geeft Tasso een fantastische beschrijving van de nacht en de sterrenhemel. Ik heb daar glissandi gebruikt, het middel dat in Monteverdi's tijd nog net niet uitgevonden was. Voor mij hoorde het helemaal bij dat moment: alles glijdt, ze leven nog maar het leven gaat toch snel voorbij. Ik vind glissandi een heel poëtische manier om een illusie uit te drukken. Heel sterk is ook de manier waarop Tasso de verteller tegenstrijdige gevoelens laat uitdrukken: de druppels bloed die de een tot zijn genoegen bij zijn vijand ziet wegstromen, zijn voor de ander wegstromende tranen.
En zoals Tancredi aan het begin op Clorinda's vraag wat hij wil, "e guerra e morte" (zowel de oorlog als de dood) antwoordt, zo wordt Clorinda nu heel truttig als Tancredi tijdens het rusten probeert uit te vinden wie zijn tegenstander eigenlijk is. Ze schreeuwt dan: "Dat ga ik je niet zeggen!" Dat is het slot van het tweede deel. Bij het derde deel had ik een probleem, de verteller kondigt namelijk al vrij snel aan het begin Clorinda's dood aan, terwijl daarna nog allerlei tekst volgt. Om de aandacht niet weg te laten zakken heb ik daar tekst weggelaten. Er volgt een tweede korte vechtscène en dan een lange aria van Clorinda, terwijl ze sterft. Ik moest daar onwillekeurig aan Morricone denken en heb een heel uitgesproken, toegankelijk melos gecomponeerd. Bij de woorden "Ik ga in vrede" heeft Monteverdi op "pace" een kleine versiering ingelast. Ik heb daar een heel groot melisma van gemaakt. Dat melodische en melismatische ligt heel erg in mijn cultuur. In die zin had ik wel een
probleem te overwinnen, want ik had nu opeens heel veel tekst om te componeren. Een half uur lang melodieën componeren die niet op elkaar mogen lijken - dat valt echt niet mee! - CALLIOPE TSOUPAKI