gerelateerde werken
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem en orkest
Bezetting:
bas 2perc pf str(6.6.4.4.2.)
Drie Oud-Nederlandse liederen : voor sopraan en kamerorkest / Anthon van der Horst
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem en orkest
Bezetting:
sopr 1221 0000 perc cel str(4.4.2.2.2.)
Lead, kindly light : for soprano and orchestra / Henriëtte Bosmans; words by Cardinal J.H. Newman
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem en orkest
Bezetting:
voice orchestra
Trois chansons des maquisards condamnés : pour baryton ou alto et orchestre / Daniel Ruyneman
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem en orkest
Bezetting:
alt/bar 2332 2220 timp perc hp str
compositie
Songs and dances of death : for bass and chamber orchestra, 1875-1877 / 1994 / orch.: Theo Verbey, text: A.A. Golenistjev-Koutousov, Modest Moussorgsky
Overige auteurs:
Goleniscev-Kutuzov, Arsenij
(Tekstdichter/librettist)
Musorgskij, Modest
(Componist)
Verbey, Theo
(Arrangeur)
Bevat:
Kolïbel'naya (Lullaby)
Serenada (Serenade)
Trepak
Polkovodets (The field-marshall)
Toelichting:
Miscellaneous Information: Uitgave in voorbereiding; ter inzage op aanvraag; Program note (Dutch): (Première: 19-2-1996 - Concertgebouw, Amsterdam - Nikita Storozjev, bas - Nieuw Sinfonietta Amsterdam o.l.v. Lev Markiz)
Liederen en dansen van de dood is een cyclus van vier liederen voor lage stem en piano op teksten van de dichter Prins Golenistsjev-Koetoesov, een van Moessorgski's vrienden. De eerste uitgave verscheen in 1882 bij Bessel. De eerste drie liederen werden geschreven in het voorjaar van 1875. Het laatste lied ontstond in 1877.
Het Wiegelied is een dialoog tussen de Dood en een moeder, boven de wieg van haar stervende kind bij het aanbreken van de dag. De moeder vecht voor het behouden van haar kind, maar de Dood wiegt het kind in de eeuwigdurende slaap. Het gedicht is wat betreft sfeer en inhoud sterk verwant aan de ballade Erlkönig van Goethe, zoals we die kennen uit het beroemde lied van Franz Schubert.
Het tweede lied, Serenade, schetst hoe een zieke vrouw in de lentenacht de slaap niet kan vatten. Onder het raam brengt de Dood haar een serenade, waarin hij de schoonheid van de vrouw bezingt in afwachting van de eeuwige omhelzing.
Het derde lied verhaalt van een dronken boer die in het donker in een sneeuwstorm is gestruikeld. De Dood danst de Trepak met de boer en zingt hem in zijn oor: hij nodigt de boer uit om te sterven.
In De Veldheer heeft Moessorgski gebruik gemaakt van een bestaand thema uit een Poolse revolutiemars. Na de veldslag valt de nacht, en de Dood verschijnt als oppermachtige veldheer. Hij beveelt de gesneuvelde soldaten tot zijn leger toe te treden. Men zal immers toch vergeten waarom en waarvoor de soldaten gevochten hebben en hijzelf zal de enige overwinnaar zijn.
Oorspronkelijk was Moessorgki van plan deze cyclus zelf te orkestreren, maar hij heeft dit nooit gedaan. Na zijn dood hebben zowel Glazoenov als Rimski-Korsakov zettingen voor stem en groot orkest geschreven. Mijn instrumentatie voor zangstem en kamerorkest is, op verzoek van Nieuw Sinfonietta Amsterdam, vrijwel gelijk aan die van de Veertiende Symfonie van Sjostakovitsj. Beide werken zijn geschreven voor een klein strijkorkest en slagwerk. Ik heb ernaar gestreefd mijn zetting in overeenstemming te brengen met de schrale, lage en kale pianozetting van Moessorgski, en zoveel mogelijk af te zien van uiterlijk vertoon. Het slagwerk wordt alleen ingezet op momenten van abrupte sfeerwisseling. - THEO VERBEY