alle werken

25 werken in Donemus catalogus

populaire werken

Symphonie no. 4 : Les victoires, 1940-1941 / Matthijs Vermeulen

Genre: Orkest
Subgenre: Orkest
Bezetting: 2fl 2fl(pic) 3ob 3h ob-bar 5cl 3fg cfg 2sax 4h 4trp 3trb tb 2timp 4perc str

Quatuor : pour 2 violons, alto et violoncelle, 1961 / Matthijs Vermeulen

Genre: Kamermuziek
Subgenre: Strijkkwartet (2 violen, altviool, cello)
Bezetting: 2vl vla vc

Sonate : pour piano et violon, 1924/25 / [ed. Odilia Vermeulen, Ton Braas], Matthijs Vermeulen

Genre: Kamermuziek
Subgenre: Viool en toetsinstrument
Bezetting: vl pf

nieuwste editie

Sonate : pour piano et violon, 1924/25 / [ed. Odilia Vermeulen, Ton Braas], Matthijs Vermeulen

Genre: Kamermuziek
Subgenre: Viool en toetsinstrument
Bezetting: vl pf

 

componist

Vermeulen, Matthijs

Nationaliteit: Netherlands
Geboortedatum: 1888-02-08
Sterfdatum: 1967-07-26
Website: Officiële website ; Treasured Composer's Page

Matthijs Vermeulen componeert zeven symfonieën, kamermuziek en liederen. Voor de uitgave van 'Les oeuvres complètes de J.B. Lully', onder redactie van Henry Prunières, bewerkt hij diens opera 'Cadmus et Hermione'. Het feit dat Vermeulen autodidact is, leidt - althans volgens sommige collega's, scribenten en andere kenners van de muziekwereld - tot een moeizame erkenning bij het concertpubliek. Zijn werk is nog steeds een zaak van fijnproevers. Hoe deze tot in elke vezel van muziek doordrongen man over zijn grote passie denkt, verwoordt hij fraai in een aforisme: "Onder alle ervaringen van de aarde zou enkel de liefde kunnen wedijveren met goede muziek. Maar gelukkig, zij completeren elkaar. Zij vermeerderen zelfs elkaar." Zijn teksten hebben evenzeer een eigen stijl als de muziek die Vermeulen componeerde. Een gedeelte van zijn opstellen is gepubliceerd onder de titels: 'De twee muzieken' (1918), 'Klankbord' (1929), 'De eene grondtoon' (1932) en 'De muziek dat wonder' (1958). Postuum verschijnt: 'De stem van levenden' (1981), 'Het enige hart' (1991) en 'Mijn geluk, mijn liefde' (1995).

1888

Vermeulen wordt als Mattheas Christianus Franciscus van der Meulen geboren op 8 februari te Helmond. Hij is aanvankelijk voorbestemd om zijn vader in diens smederij op te volgen, maar zijn zwakke fysieke conditie maakt dat onmogelijk. Een opleiding tot priester is het alternatief. Op het gymnasium van de Norbertijnen in Heeswijk blijkt muziek even belangrijk als de klassieke talen, waardoor zijn 'verborgen ambitie' wordt gewekt en hij al snel bezeten raakt van muziek; zozeer zelfs dat hij van school wordt gestuurd. Aan de Latijnse School te Gemert kan hij zijn schoolopleiding voltooien.

1907

Vermeulen vestigt zich te Amsterdam als 'zelfbewust kunstenaar'. Hij leert al snel de negatieve kanten van het leven kennen: schrijnende armoede en sociaal isolement. Van conservatoriumdirecteur Daniël de Lange krijgt hij eens per week gratis muziekles.

1909

Zijn broer Christian zorgt ervoor dat hij bij dagblad De Tijd wordt aangesteld als muziekrecensent. Door zijn gedrevenheid wordt hij spoedig als 'enfant terrible' beschouwd, maar Alphons Diepenbrock raakt geboeid door de jonge 'vermetele Apollo', en introduceert hem bij het weekblad De Groene Amsterdammer.

1914

De eerste symfonie, 'Symphonia Carminum' (Symfonie der Gezangen) wordt voltooid. Vermeulen wordt een jaar later kunstredacteur bij De Telegraaf, een functie die hij vijf jaar zal uitoefenen.

1917 - 1920

Vermeulen componeert het (relatief) beroemd geworden symfonisch lied 'La veille' voor mezzosopraan en orkest. In maart 1919 gaat 'Symphonia Carminum' in première bij de Arnhemsche Orkest Vereniging en in 1920 voltooit hij zijn bekendste en meest omstreden symfonie, de tweede, 'Prélude à la nouvelle journée'.

1921

Met echtgenote en twee kinderen woont Vermeulen in een huisje van de dichter Jan Greshoff te Hollandsche Rading. Met financiële hulp van artistieke vrienden verhuist het gezin naar Louveciennes, in de omgeving van Parijs. Als broodwinning verricht Vermeulen journalistiek werk; zo werkt hij veertien jaar voor het Soerabaiasch Handelsblad.

1922

Vermeulen legt de laatste hand aan zijn derde symfonie, 'Thrène et Péan'. Daarna slaat de armoede weer toe en lijdt hij gedurende een kwart eeuw een "een leven als Sisyphus" (zoals Heinz Wallisch in NFO Magazine schrijft). Dirigent Sergej Koessevitski betoont zich zeer enthousiast over de derde symfonie en belooft die in Amerika uit te voeren. Later ziet Koessevitski daar weer vanaf, zonder opgaaf van redenen.

1923

De componist voltooit zijn 'Strijktrio'. Dat werk veroorzaakt een breuk met muziekuitgever Senart, die eerder had toegezegd alle kamermuziek van Vermeulen te publiceren. De vermaarde muziekpedagoge Nadia Boulanger schiet te hulp, door een concert te organiseren waarop zijn kamermuziekstukken worden gespeeld.

1930

De toneelmuziek bij Martinus Nijhoffs drama 'De Vliegende Hollander' is gereed. In Parijs worden er radio-opnamen van gemaakt, waarvan enkele fragmenten bewaard zijn gebleven. In 1932 verschijn er van 'La Veille' (1917) een versie voor mezzosopraan en piano.

1941 - 1944

Na bijna twee jaar legt Vermeulen de laatste hand aan zijn vierde symfonie getiteld 'Les victoires' (1941). De vijfde symfonie, 'Les lendemains chantants', komt in 1944 gereed. Aan het eind van dit jaar overlijdt eerst zijn echtgenote en sneuvelt vervolgens zijn zoon Josquin in het Franse leger.

1946 - 1947

Terug in Nederland treedt de Matthijs Vermeulen in het huwelijk met Thea Diepenbrock, dochter van zijn leermeester Alphons Diepenbrock. Ze leiden vervolgens een sober, afgezonderd bestaan. Incidenteel schrijft Vermeulen ook weer voor De Groene Amsterdammer. In 1947 publiceert hij een filosofisch geschrift 'Het avontuur van de geest', waarin nieuwe rationele grondslagen worden gelegd voor de mens en zijn plaats in de wereld.

1949

De vierde symfonie 'Les victoires' uit 1941 wordt gespeeld onder leiding van Eduard Flipse, en Eduard van Beinum dirigeert de vijfde symfonie 'Les lendemains chantants' uit 1944. Een psycho-analytische muziekgeschiedenis van zijn hand verschijnt onder de titel 'Princiepen der Europese muziek'.

1953 - 1958

De tweede symfonie (Prélude à la nouvelle journée) wordt onderscheiden tijdens het Concours Reine Elisabeth in Brussel en uitgevoerd tijdens het Holland Festival 1956. ). In 1955 verschijnt een Franse vertaling van zijn geschrift 'Het avontuur van de geest' (1947). Vermeulen voltooit de zesde symfonie met de treurige titel 'Les minutes heureuses' in 1958.

1961 - 1965

Voor het eerst en het laatst componeert Vermeulen een Strijkkwartet. Met 'Dithyrambes pour le temps à venir' (Vreugdezangen voor een nieuwe tijd), schrijft Vermeulen in 1965 zijn zevende en laatste symfonie.

1967

Matthijs Vermeulen overlijdt in Laren op 26 juli.

1972

De Matthijs Vermeulenprijs wordt voor het eerst uitgereikt aan componist Jan van Vlijmen voor zijn compositie Omaggio a Gesualdo (1971). Het is de belangrijkste Nederlandse compositieprijs die jaarlijks door het Amsterdams Fonds voor de Kunst wordt toegekend. In 2004 neemt het Fonds voor de Scheppende Toonkunst de organisatie over en in 2009 wordt de Matthijs Vermeulenprijs weer in ere hersteld als een tweejaarlijkse prijs voor 'een Nederlands componist, die naar het oordeel van een jury een bijzonder werk heeft gecomponeerd op het terrein van de hedendaagse muziek'.