gerelateerde werken
Triptyque : for bass and piano, 2002 / poems by Guillaume Apollinaire, Micha Hamel
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem en piano
Bezetting:
bas pf
Fanfare et cortège : pour orchestre, (1960) / Otto Ketting
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
2222 3321 3perc hp str
Memento '45 : (ter herinnering aan de gevallenen van het verzet), orchestra, (1945) / Jaap Geraedts
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
2333 4331 timp perc cel hp org str
SLASH : for orchestra / Chiel Meijering
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
2fl ob 4sax fh 4trp 4trb perc dr epf 2eg ebg 2vl vla vlc db
compositie
Waak : for orchestra, 2000 / Micha Hamel
Overige auteurs:
Hamel, Micha
(Componist)
Toelichting:
Miscellaneous Information: Uitgave in voorbereiding; ter inzage op aanvraag; Program note (Dutch): [Première: 21 oktober 2000 - Den Haag - Residentie Orkest o.l.v. Jurjen Hempel (Festival In de Branding)] - Waak is een pendant van Vuurdoop, gemaakt met een uiterst eenvoudige opzet. Het is een educatief stuk; je zou het zelfs een compositorische etude kunnen noemen. Het werk bestaat uit zeven episoden waarin steeds een ander interval centraal staat. In elke episode komen ook spiegelvormen van het centrale interval voor, zowel horizontaal als verticaal (melodisch en harmonisch). De compositie is heel symmetrisch opgebouwd rond een as. Zo staat in de eerste episode de reine kwint centraal, in episode 2 de kleine secunde, in episode 3 de grote terts, vervolgens respectievelijk de grote secunde, de reine kwart en de kleine terts. In het zevende en laatste deel staat de overmatige kwart centraal, het 'oneindige interval'. Dit interval noem ik ''oneindig'' omdat je bij spiegeling steeds weer op dezelfde noten uitkomt. Aan het slot worden de intervallen steeds groter, met glissandi
naar boven en beneden, tot de melodie buiten het bereik van het orkest valt. Daarnaast onderscheiden de deeltjes zich door een karakteristieke instrumentatie. Zo klinkt in de episoden met secundes het strijkorkest, en in de episodes met de grote en kleine terts klinken respectievelijk de koperblazers en de houtblazers. De overige delen hebben elk een geheel eigen instrumentatie. Opvallend is ook het gebruik van de sopraan- en tenorblokfluit. Deze instrumenten heb ik toegepast vanwege hun dunne, ijle klank. Tussen de episoden door klinkt steeds een refrein, waarin de spiegelas opnieuw wordt gedefinieerd; na elke episode zakt deze as een halve toon. Het refrein is niet steeds hetzelfde, maar ontwikkelt zich, zoals al mijn muziek onderhevig is aan een constante evolutie. - MICHA HAMEL