componist
“I am a Dutch composer born, raised and educated in Argentina”, is Carlos Micháns’ favourite answer when asked about his nationality. Born in Buenos Aires in 1950 into a family ...
gerelateerde werken
Concerto : for Harp and Orchestra / Carlos Micháns
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
hrp orch
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor en instrumenten
Bezetting:
2GK4 2fl(fl-a pic) 2ob 2cl 2fg 4h 2trp trb tb
7 letzte Worte : Version for flute, piano and mixed choir / Christian Blaha
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor en instrumenten
Bezetting:
fl pf GK
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor en instrumenten
Bezetting:
vln perc GK4
compositie
Tirthánkara : voor gemengd koor en cello, 2002 / tekst uit 'Dravidianen' (1999-2001) (Carlos Micháns), Carlos Micháns
Overige auteurs:
Micháns, Carlos
(tekstdichter/librettist)
Toelichting:
Program note (Dutch): Een jaar of acht geleden, toen ik voor het eerst een bezoek aan India bracht, wist ik nog niets over het 'jainisme' (of djzainisme), de filosofische verlossingsleer die haar naam ontleent aan het Sanskriet woord 'Jina', de overwinnaar van de wereld. Net als het Boeddhisme en rond dezelfde periode werd ook het jainisme door de zoon van een Indiase koning gesticht (of op zijn minst hervormd), in dit geval Vardhamana, die beter bekend is als Mahavira (grote held). Hij was echter niet de eerste, maar de 24e en laatste van een reeks profeten of tirthankara's. Zij worden naakt afgebeeld, staande of zittend en met enorme, indringende ogen, vaak met bergkristal ingelegd, hetgeen de zwarte, in de oogkassen aangebrachte pupillen vergroot en bijna hypnotiserend op de kijker werkt. Het gedicht (oorspronkelijk in het Spaans) waarop deze compositie is gebaseerd, beschrijft in het kort de beginselen van de jainleer: totaal en absoluut respect voor het leven, verwerping van het eigen 'zelf' en
een leven van onthouding en anonimiteit, met de dood als natuurlijke overgang van stof naar geest. In de muziek is deze sfeer van rust en ingetogenheid eerst door de cello gesuggereerd, daarna door de lange, zachte melodie van de tenoren. Zij worden door de bassen ondersteund, die met hun monotoon herhaalde tonen de ostinato-figuren van een Indiase tampoera (een voor de raga's gebruikt snaarinstrument) proberen te imiteren. Alten en sopranen nemen het vervolgens van de mannen over, om uiteindelijk samen voort te gaan met de cello als een soort trouwe verkondiger, begeleider of eenzame solist. - CARLOS MICHÁNS