componist
Jacques Bank (1943) studeert compositie aan het Sweelinck Conservatorium in Amsterdam bij Ton de Leeuw en Jos Kunst. Hij sluit deze studie af met de Prijs voor Compositie.
gerelateerde werken
The memoirs of a cyclist : voor twee blokfluitisten, 1967 / [revisie Haarlem 1970], Jacques Bank
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Blokfluit
Bezetting:
2rec
Psalm Symphony No. 2 : for chazzan, solists, choir and orchestra / Benjamin Ashkenazy
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor en orkest
Bezetting:
GK 2fl 2ob 2cl cl-b 2fg cfg 4h 2tpt 3trb perc pf str voc
Psalm 137 : (Babylonische-ballingschap), voor soli, koor en orkest / Simon Pluister
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor en orkest
Bezetting:
sopr alt ten bar bas GK6 4333 4331 timp perc 2hp cel str
Paradiso : 2000 / Jacob ter Veldhuis
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor en orkest
compositie
Uiteindelijke dingen : voor sopraan, tenor, gemengd koor en orkest, 2003 / op teksten van Karel van het Reve (1921-1999), Jacques Bank
Overige auteurs:
Reve, Karel Van Het
(tekstdichter/librettist)
Verdi, Giuseppe
(op een thema van)
Toelichting:
Program note (Dutch): [Première: 14 februari 2004 - Muziekcentrum Vredenburg, Utrecht - solisten, Radio Kamerorkest en Nederlands Kamerkoor o.l.v. Mark Foster] - In 'De ondergang van het morgenland' stelt de in 1999 gestorven schrijver Karel van het Reve vast dat bij zijn dood ook zijn herinneringen verdwijnen. Zoals die aan Karl, een Duitse communist die in de oorlog is gearresteerd en onthoofd. 'Wie', vraagt hij zich af, 'zal als ik dood ben aan hem denken?' Deze tekst is op muziek gezet in het vijfde en cantate deel van de compositie Uiteindelijke dingen. Zo kan de herinnering aan Karl (en ook aan Karel!) levendig worden gehouden. De andere vier delen zijn eveneens gebaseerd op teksten van Karel van het Reve die handelen over het einde van het leven en doodgaan, alle geschreven in een zeer mooi, helder en sober Nederlands. De toon is vaak ironisch en relativerend. De schrijver houdt afstand. De muziek daarentegen is direct en expressief. De componist houdt geen afstand. Nuchtere woorden temidden
van emotionele noten. Tekst en muziek staan haaks op elkaar. De één plaatst de ander in een nieuw perspectief. Tezamen leveren zij iets nieuws op. In Uiteindelijke dingen zijn tekst en muziek complementair. Deel IV begint heel toepasselijk met een ritmisch citaat van het Dies Irae uit het Requiem van Giuseppe Verdi. Al het muzikale materiaal van Uiteindelijke dingen kan tot die passage worden herleid. De drieklank in alle soorten en maten en losgemaakt van de klassieke harmonische wetmatigheden, speelt een belangrijke rol. De solisten (sopraan en tenor) treden niet afzonderlijk op. Zij vormen tezamen een nieuwe stemsoort. Net als tekst en muziek zijn zij onlosmakelijk met elkaar verbonden. Zij vertolken de rol van de schrijver. Teksten die niet in de ik-vorm zijn geschreven, worden door het koor gezongen. - JACQUES BANK