gerelateerde werken
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Viool en toetsinstrument; Strijktrio (viool, altviool, cello); Gemengd ensemble (2-12 spelers); Blaas en strijkinstrument(en)
Bezetting:
vl pf - vl vla vc - ob cl perc pf vc cb - vl pf - cl vl vc (or other instr.) - cl hp 2vl vc
Ballet suite Spleen : for orchestra, 1960, revision 1994 / Hans Kox
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
0110 1320 timp 2perc str
Akoetest : voor symfonieorkest, opus 45, -1973- / Jan Masséus
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
3333 4331 timp perc hp pf str
Sérenade : petit orchestre / Jan van Dijk
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
1000 0000 pf str (vl vc)
compositie
The quickest girl in the frying pan : (katabasis for orchestra), 2003 / Daan Verlaan
Overige auteurs:
Verlaan, Daan
(Componist)
Toelichting:
Program note (Dutch): [Première: 24 april 2004 - Beurs van Berlage, Amsterdam - Projectkoor Amsterdam, Holland Symfonia o.l.v. Hans Leenders (Project Jonge Componisten)] - The Quickest Girl is het eerste stuk in een serie composities die als uitgangspunt het principe van de 'katabasis' hebben. Het woord katabasis komt uit het Oud-Grieks, en betekent letterlijk 'afdaling'. In de literatuur wordt deze term gebruikt als aanduiding voor (een episode in) een verhaal waarin een personage afdaalt in de wereld van de doden. Het begrip heeft waarschijnlijk zijn oorsprong in een ritueel waarbij men 'kennis kon maken' met het hiernamaals en als het ware alvast kon oefenen voor de laatste reis van de ziel. De westerse literaire traditie van katabasis begint met Homerus' Odyssee. Daarna is het katabasismotief door vele auteurs gebruikt. Ook nu nog zijn veel echo's van het katabasismotief te vinden. Ikzelf experimenteer al enige tijd met een muzikale katabasisvorm, die bij mij begint met een streng ritueel patroon,
waarin steeds een herhaling van motieven merkbaar is. Gaandeweg worden de motieven uitgebreid en komen er nieuwe bij, waardoor uiteindelijk plaats wordt gemaakt voor een meer emotionele benadering. Het is niet mijn bedoeling mijn muziek een soort uitbeelding te laten zijn: sommige klanken in mijn stukken roepen weliswaar bepaalde beelden op, maar zijn slechts bedoeld als pijlers in een gedachteproces, niet als 'hoorspel'. Mijn katabasis is wel een zoektocht, maar net als die van Homerus een van de geest. Een poging het contact te herstellen met hen die er niet meer zijn. De titel van het werk slaat op de laatste woorden uit een lied van Toni Amos (Marianne), dat gedraaid werd op de begrafenis van Miriam, aan wie het stuk is opgedragen. De vrouwenstemmen in het stuk zingen een anoniem Frans gedicht uit de 12de eeuw, waarin wordt gerouwd om het verlies van een geliefde (Ma soeur Nicoletta). - DAAN VERLAAN