gerelateerde werken
Eerste suite : suite pathétique, opus 14 A, voor fanfareorkest, 1986, revisie 1989 / Marc van Delft
Genre:
Orkest
Subgenre:
Fanfare
Bezetting:
0000 6sax 4432 8bug 2barh 2euph 4perc
Preparatori : for large wind orchestra, 1988 / Enrique Raxach
Genre:
Orkest
Subgenre:
Harmonieorkest
Bezetting:
4.2.12.2 4sax 6444 2crt 3barh timp 4perc cb
Ragtime : for wind orchestra / Willem Breuker
Genre:
Orkest
Subgenre:
Harmonieorkest
Bezetting:
picc fl 2ob 4cl cl-a cl-b 2fg 2sax-a sax-t sax-bar 3tpt 4h 3trb bar/euph bass perc
Triptyque III : pour orchestre d'harmonie, 1994 / Luctor Ponse
Genre:
Orkest
Subgenre:
Harmonieorkest
Bezetting:
3353 sax-a sax-t 4332 perc cb
compositie
Michael's Day Symphony : for large wind orchestra; opus 152 / Marc van Delft
Overige auteurs:
Delft, Marc van
(Componist)
Toelichting:
I – De schepping
De compositie begint met een passage die (zoals in mijn derde symfonie) de schepping van de aarde of de wereld beschrijft (maar dan wat uitgebreider en iets anders) in 4
stappen: 1/De schepping van de warmte (vuur, of chaos, vóór de eerste scheppingsdag), 2/van licht en lucht (de 1e scheppingsdag), 3/van water [de oceanen] (2e scheppingsdag, maar ook de verleiding van de slang in het paradijs…), en 4/van de Aarde (de 3e scheppingsdag, maar ook de zondeval).
De schepping van de aarde is tegelijkertijd ook de zondeval zoals beschreven in Genesis: de verdrijving van Adam en Eva uit het paradijs en de val vanuit de hemel naar de
aarde.
II – Na de zondeval
Het koor zingt over de zondeval en over de verharding en verstening van de aarde: De mens is nu gescheiden van de hemel, de geestelijke wereld (het paradijs), van God en de hemelse wezens, en moet een hard en zwaar leven lijden van zwaar werk en (lichamelijk) lijden.
En de aarde is het koninkrijk van de Satan (Ahriman), de tegenstander van God (en van Michael, zijn dienaar en veldheer).
Zoals in mijn derde symfonie beschrijf ik de wereld van de aarde als de wereld van de dood, van stenen, rotsen, bergen, een duistere wereld van ontberingen…
III – Michael
Na een teder intermezzo in de fluiten en de houtblazers, begint een hoopvolle passage in
het ‘opstandings’-D-groot met een nobele en plechtige melodie (D-Cis-A-B etc.) die de
opstanding van Christus beschrijft op de ochtend van Pasen, en die vertelt dat Christus
het antwoord van God was op de zondeval en op de heerser van de aarde: Satan, dat
Michael het aangezicht van Christus is, en dat hij strijdt tegen het kwaad, en de
mensheid wil helpen om het verloren licht van de goddelijke wereld te hervinden.
En dan: Michael verscheen in dromen…
Ook de Monte Gargano (het oudste Michaelsheiligdom van Europa), de Mont st. Michel
en het klooster van Lliria worden genoemd in de tekst, en dat Gargano en de Mont st.
Michel werden gebouwd omdat Michael de mensen zelf gelaste dit te doen ter zijner
glorie.
Dit thema kan ook worden gezien als (een soort van) ‘Michaels overwinningsthema’
[maar een meer lyrische melodie als het overwinningsthema in de
Michaelssymfonie], die terug zal keren aan het einde van de symfonie als afsluitende
apotheose.
Deze passage eindigt met een solo door een jongenssopraantje die het Nederlandse
Michaelslied van de Haagse Vrije school moet zingen
[A-A-D, een majestueuze maar simpele pentatonische melodie, beginnend met een
dalende kwint].
[Tekst: Michael, Michael, met uw sterren zwaard, geef ons, macht, geef ons kracht, goed
te doen op aard]
III – Michael
Na een teder intermezzo in de fluiten en de houtblazers, begint een hoopvolle passage in het ‘opstandings’-D-groot met een nobele en plechtige melodie (D-Cis-A-B etc.) die de opstanding van Christus beschrijft op de ochtend van Pasen, en die vertelt dat Christus het antwoord van God was op de zondeval en op de heerser van de aarde: Satan, dat Michael het aangezicht van Christus is, en dat hij strijdt tegen het kwaad, en de
mensheid wil helpen om het verloren licht van de goddelijke wereld te hervinden.
En dan: Michael verscheen in dromen…
Ook de Monte Gargano (het oudste Michaelsheiligdom van Europa), de Mont st. Michel en het klooster van Lliria worden genoemd in de tekst, en dat Gargano en de Mont st. Michel werden gebouwd omdat Michael de mensen zelf gelaste dit te doen ter zijner glorie.
Dit thema kan ook worden gezien als (een soort van) ‘Michaels overwinningsthema’ [maar een meer lyrische melodie als het overwinningsthema in de Michaelssymfonie], die terug zal keren aan het einde van de symfonie als afsluitende apotheose.
Deze passage eindigt met een solo door een ongenssopraantje die het Nederlandse Michaelslied van de Haagse Vrije school moet zingen [A-A-D, een majestueuze maar simpele pentatonische melodie, beginnend met een
dalende kwint].
[Tekst: Michael, Michael, met uw sterren zwaard, geef ons, macht, geef ons kracht, goed te doen op aard]
IV – Apocalyps
De volgende passages hebben in vorm overeenkomsten met de 2e helft van de Michaelssymfonie opus 45…
Nu zingt het koor over de slang en de monsters uit de hel in een dreigende en sinistere passage met veel tritonussen (de ‘duivel in de muziek’…) en hun duistere plannen om
opnieuw de mensheid aan te vallen, en dat een nieuwe strijd met Michael begint in de hemel en op de aarde…
Een langdurige fortissimo passage begint, die de strijd tussen Michael en Ahriman/Satan beschrijft, een zeer virtuoze en dramatische passage met bepaalde overeenkomsten met Strawinsky’s ‘le sacre du printemps’. Het is ook de (technisch gezien) moeilijkste en meest dissonante en zo men wil, de meest ‘moderne’ passage van het werk.
Na de grote climax stort de muziek ineen in een anticlimax.
Nu verrijst een tedere passage in de fluiten etc. , een soort van klaaglijke muziek, wat eindigt met de troost door het Nederlandse Michaelslied van de Haagse Vrije school, die moet worden gezongen door een jongenssopraantje in de toonsoort Fis / Ges groot, de toonsoort van het dierenriemteken Weegschaal, wat te maken heeft met de maand van het Michaelsfeest, (21 september-21 oktober) omdat Michael ook wordt uitgebeeld met een weegschaal, wat eveneens het symbool is van ‘Vrouwe Justitia’…
V – Overwinning
Nu bouwt de muziek op naar een nieuw fortissimo van grootse en plechtige, majestueuze overwinningsmuziek, die opnieuw moduleert naar de toonsoort Fis/Ges groot, en nu slaagde ik er in om het vrolijke Michaelsliedje van Lliria er in te verwerken (wat meneer Amadeo Civera aan ons heeft voorgezongen) , wat in het Spaans wordt gezongen.
Dit lied heet:
Gozos a s. Miguel de Liria (popular) (Miguel Alonso)
Maar deze tamelijk vulgaire, populaire melodie wordt gemengd met mijn eigen stijl van meer eigentijdse modale harmonieën zodat de muziek toch groots, majestueus, krachtig en plechtig blijft.
De Lliriaanse Michaels-melodie, of althans fragmenten eruit (het begin) wordt gevarieerd en gaat door meerdere toonsoorten, maar tenslotte wordt het in zijn geheel gespeeld in C majeur en verder in Des majeur.
Nu krijgen we een passage met fanfare-achtige signaal motieven in het koper die tenslotte naar D groot gaat, en opnieuw klinkt het Michaelslied van Lliria in een zeer majestueuze vorm, wat eindigt met het majestueuze motief (van de dalende kwinten) van het Nederlandse Vrije-school-Michaelslied.