gerelateerde werken
L' indifférent : pour quatuor à cordes / Hendrik Andriessen
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Strijkkwartet (2 violen, altviool, cello)
Bezetting:
2vl vla vc
Het waait er altijd : voor sopraan en piano / Rita Hijmans; op gedichten van C.O. Jellema.
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Zangstem en piano
Bezetting:
sopr pf
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Zangstem en piano
Bezetting:
zang pf
Two Lullabies : for voice and piano / Svyatoslav Lunyov; Text: E.A. Poe and G. Byron
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Zangstem en piano
Bezetting:
voc pf
compositie
French Songs : for medium voice and piano / Hendrik Andriessen
Overige auteurs:
Andriessen, Hendrik
(Componist)
Bevat:
Chanson ‘Oh! viens dans mon âme froissée’ (Alfred de Musset)
Mon âme a son secret (Félix Arvers)
Quand ton sourire me surprit (Armand Silvestre)
Sur la mort d’une jeune fille (Évariste de Parny)
À ces reines (Emile Verhaeren)
C’était en avril (Édouard Pailleron)
Toelichting:
Mede dankzij zijn opleiding heeft Hendrik Andriessen (1892-1981) zijn leven lang een grote voorliefde voor de Franse taal en cultuur gehad. Niet alleen zet hij geestelijke teksten van vooraanstaande dichters als Paul Claudel of Henri Ghéon op muziek, ook uit de keuze van wereldlijke teksten blijkt dat hij goed thuis is in het werk van Pierre de Ronsard, Charles Baudelaire, Arthur Rimbaud en vele anderen. Tussen 1913 en 1954 schrijft hij vocale werken in allerlei bezettingen, variërend van een compositie voor koor a cappella of liederen met pianobegeleiding tot orkestliederen.
Andriessens Franse liedkunst ondergaat invloed van onder meer Chausson en Debussy.
In geen van de liederen geeft Andriessen een stemtype aan, in enkele staat slechts vermeld: ‘voor zang en klavier’. Gezien de inhoud zijn de meeste liederen bedoeld voor een (middelhoge) mannenstem, maar uit tal van concerten kunnen we concluderen dat Andriessen hierover niet al te strenge opvattingen had. Het chanson C’étis voor twee ongelijk stemmen.
Op 12 januari 1921 bracht sopraan Mia Peltenburg, met wie hij tussen 1919 en 1929 een vast duo vormde, in Haarlem een hele reeks Andriessen-liederen op Duitse, Franse en Latijnse teksten ten gehore. Naar aanleiding van deze avond schreef George Robert een dag later in het Haarlemsch Dagblad “dat deze liederen (…) het kenmerk dragen van echtheid, van waarachtigheid; zij zijn geschreven uit het hart.” Robert heeft veel bewondering voor Andriessens affiniteit met de Franse taal en is vooral onder de indruk van Mâmen S’u“Het verband tusschen woord en toon is blijkbaar nergens beletsel voor hem, alles klinkt vlot en ongedwongen. (…) Opvallend in de Fransche liederen is de doorzichtige klavierpartij.”
In deze partituur worden enkele aanwijzingen tussen vierkante haken aangegeven. Dat betekent dat ze niet in het originele handschrift staan.
Lourens Stuifbergen