gerelateerde werken
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Piano
Bezetting:
pf
Capriccio : for soprano-, alto-, tenor- and baritone saxophone, opus 86, (1985-86) / Marius Flothuis
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Saxofoon
Bezetting:
4sax
Nacht : for saxophone ensemble / Chiel Meijering
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Saxofoon
Bezetting:
sopranino sax-s 3sax-a 2sax-t sax-b sax-bs
Lacrimosa : Version for two alto saxophones / Louis Andriessen (arr. Gianpaolo Antongirolami)
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Saxofoon
Bezetting:
2sax-a
compositie
Intersections V : for saxophone quartet, 1974 rev. 1979 / Joep Straesser
Overige auteurs:
Straesser, Joep
(Componist)
Toelichting:
Program note (Dutch): In de organisatie van het materiaal dat aan de serie Intersections V, V-1 en V-2 ten grondslag ligt, staat het uitgangspunt Tempo centraal. Er is in deze stukken sprake van vijf tempi, van uiterst langzaam tot uiterst snel (hoofdtempi), die ieder voor zich weer zijn onderverdeeld in een aantal sub-tempi. Hoofdtempi zijn dus min of meer 'rekbaar' en kunnen beschouwd worden als tempo-zones. De sub-tempi realiseren een fijnere ritmische verdeling binnen een tempo-zone. Deze vijf hoofd-tempi met hun sub-tempi kunnen op verschillende manieren worden toegepast in ritmische zin, en wat betreft hun vertikale dichtheid (het aantal stemmen dat tegelijk optreedt). In de stukken V en V-1 varieert de vertikale dichtheid van twee tot en met vier stemmen, in V-2 van één tot en met zeven stemmen. In ritmische zin komen de volgende situaties voor: homofoon (alle stemmen lopen gelijk), poly-homofoon (combinatie van in verschillende hoofd en/of sub-tempi verlopende homofone stemparen), polyfoon en
homofoon (een homofoon verlopend stempaar wordt gecombineerd met twee polyfoon behandelde stemmen) en volledig polyfoon. De aard van de bezettingen van de stukken maakte het noodzakelijk de hierboven omschreven uitgangspunten in bepaalde opzichten verschillend te interpreteren. Zoals reeds vermeld is vierstemmigheid (uiteraard) het maximum bij V en V-1, en zevenstemmigheid het maximum bij V-2 (de piano heeft grote vertikale mogelijkheden). In V en V-1 ligt het accent dus noodzakelijkerwijs op een sterk horizontaal gerichte schrijfwijze, waarbij behalve combinaties van sub-tempi, ook combinaties van hoofdtempi voorkomen. In V-2 treft men geen combinaties van verschillende hoofdtempi aan. Er is hier sprake van een fijner genuanceerde uitwerking van de combinaties van diverse sub-tempi binnen eenzelfde tempo-zone. De op het gebied van tempi en hun onderlinge verdeling vrij rigoreus doorgevoerde organisatie maakte het de componist mogelijk de componenten toonhoogte en sterktegraden in
losser verband te hanteren, waarbij nog mag worden opgemerkt dat er in de verdergaande vertikaliteit van V-2 gewerkt werd met intervalstapelingen die meestal van onder naar boven gerekend een krimpende tendens vertonen. De grote vorm van de stukken is verschillend. V en V-1 bestaan uit drie delen die ieder ongeveer vier minuten duren, V-2 bestaat uit vijf relatief korte stukken. Wel is het in alledrie de werken zo dat in elk deel bepaalde tempokarakteristieken overheersen. - JOEP STRAESSER