gerelateerde werken
24 capriccio's voor viool solo
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Viool
Bezetting:
vl
Sonata da chiesa : for bassoon and mandolin orchestra, 1999 / Bernard van Beurden
Genre:
Orkest
Subgenre:
Fagot en groot ensemble
Bezetting:
man g cb fg-solo
Concertino : for bassoon & wind ensemble / Jurriaan Andriessen
Genre:
Orkest
Subgenre:
Fagot en groot ensemble
Bezetting:
fg-solo 2fl 2ob 2cl 2fg 2h
Genre:
Orkest
Subgenre:
Fagot en groot ensemble
Bezetting:
timp 5perc el.g str(6.5.4.3.2.) fg-solo
compositie
Rise : for two bassoons and chamber orchestra / Vanessa Lann
Overige auteurs:
Lann, Vanessa
(Componist)
Toelichting:
Een meer opvallende rol voor de fagot, niet op de achterste rij in het orkest, maar vóór het orkest. Dat is wat het Fagotnetwerk wilde bereiken met de opdracht aan componiste Vanessa Lann voor een concert voor twee fagotten en orkest. Met als uniek aspect dat het primair bedoeld is voor amateur-fagottisten. Het Fonds Podiumkunsten maakte de opdracht financieel mogelijk. De première vindt plaats op zondag 19 november 2017 en wordt gespeeld door Martine Reurings en Dick Hanemaayer als solisten en het Van Wassenaer Orkest o.l.v. Benjamin Broers.
Concerto’s voor twee fagotten en orkest bestaan al langer, maar dit werk is uniek: samenklanken als deze zijn nog nooit voor twee fagotten opgeschreven, en ook zijn dit soort samenklanken binnen het orkest onbekend. Het werk begint direct met de twee solofagotten, fagot 1 staat voor het orkest, fagot 2 antwoordt vanuit het orkest. Hun tonen vervlechten zich in korte guirlandes en daarna klinken er repeterende ritmes die in het tweede deel nog een belangrijke impuls aan de muziek zullen geven. Met een sprong van een kleine none komen de fagotten uit op die prachtige lage C die velen vertrouwd in de oren zal klinken. Zo gaat het eerste deel van start. En ja, na dit eerste deel komt de titel letterlijk tot zijn recht. Maar “Rise” (als werk en als project) is ook om andere redenen uniek. Vanaf het begin van het ontstaan van deze compositie is het de bedoeling geweest om zoveel mogelijk spelers de gelegenheid te geven het te gaan spelen. En er zijn afspraken gemaakt met uitgeverij Donemus om het materiaal voor orkesten in binnen- en buitenland speciaal beschikbaar te maken. Uit elk orkest dat het werk gaat uitvoeren krijgen de twee fagottisten aardig wat noten en ritmes te verstouwen. Hoewel het werk geen virtuoze loopjes en cadensen bevat op de manier die klassieke soloconcerten kenmerkt, stellen de solopartijen flink hoge eisen. In het tweede deel komt er versnelling in de muziek met herhalende ritmische patronen. Het derde deel brengt de klanken, tonen en intervallen van het eerste in herinnering. En er is zelfs een vierde deel waarin ritmisch samenspel van het hele orkest uiteindelijk leidt naar een verrassend slot...