gerelateerde werken
Winds of a far air : for flute and soprano saxophone, 1990 / Rokus de Groot
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Houtblazersensemble (2-12 spelers)
Bezetting:
fl sax-s
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Trombone
Bezetting:
4trb
Seelenklänge II : for trombone quartet / Ruud Roelofsen
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Trombone
Bezetting:
3trb trb-b
Super - straight is coming down : for trombone and tape, 1984 / Tom Willems
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Trombone; Elektronica met verschillende instrumenten
Bezetting:
trb tape
compositie
Sport : (1977), for 2 trombones / Rokus de Groot
Overige auteurs:
Groot, Rokus de
(Componist)
Bevat:
Introduction (Songs of Amsterdam)
Sequence 1 (Movements)
Sequence 2 (Gestures) & Finale
Toelichting:
Program note (Dutch): Sport is oorspronkelijk geschreven voor het theaterstuk 'Het 8e wereldwonder, 'n levende krant', gemaakt door studenten dramaturgie van de Universiteit van Amsterdam. Het behandelde de problemen rond de bouw van het nieuwe stadhuis van Amsterdam en was opgezet naar het voorbeeld van de Amerikaanse Living Newspaper uit de 30er jaren. Trombonisten waren Paul Dillo en Toon van Ulsen. Geheel in overeenstemming met de 'type-achtige' figuren van deze theaterstijl schreef ik voor de twee trombones een beperkt aantal schetsen, bij wijze van zetstukken voor dramatische situaties welke slechts in algemene zin met elkaar vergelijkbaar zijn. Zo bijvoorbeeld de muziek die het eerst optreedt bij cijfer 5; deze diende momenten van opwinding, om het even of die zich nu manifesteerde als uitgelatenheid, dan wel als woede. De muziek bij cijfer 6 is een ander voorbeeld; zij begeleidde de eindeloze overlegsituaties, zowel van de gemeenteraad als van aktiegroepen. Dat de muziek in oorsprong voor een
Amsterdams stuk is gemaakt zal de luisteraar terstond bij de Introduktie bemerken met zijn flarden van Amsterdamse liederen. De komaf van de Finale ligt eigenlijk verder terug. De muziek is een overdrijving van het gebed van mijn grootvader, dat mij als kind de adem deed inhouden, zoals het luid, hoog en langzaam begon, zich in een cascade van woorden steeds sneller spoedde naar de laagste regionen van zijn stem om op de grens van het gehoor te eindigen, een manier van doen die zich bij iedere eindeloze zin herhaalde. Al deze muziek is nu in Sport tot een suite bewerkt, een mozaïek van korte schetsachtige maar toch min of meer afgeronde fragmenten muziek. Het is de Engelse betekenis van 'sport' die de titel zinvol maakt: strijd, vermaak, gekheid, spot, het zich vrolijk maken over iets of iemand, het aan elkaar gewaagd zijn. Het stuk bestaat uit een Introduktie, twee kleine Suites, waarvan de eerste in rappe afwisseling diverse bewegingen typeert en de andere verschillende houdingen of
gebaren, en een Finale. Vooral de Finale biedt een uitdaging voor samenspel vanwege het gelijktijdig voorkomen van sterk verschillende ritmische figuren. Het lijkt mij een kompositie die, als 'trombone-quatre-mains', goed gebruikt kan worden als oefenstuk. Door de flarden van fanfares zou het stuk ook uitstekend de rol kunnen hebben van begin of intermezzo bij een concert voor blazersensemble. Door de diversiteit en snelle afwisseling van bewegingssuggesties tenslotte zou het goede muziek zijn voor een kort ballet met een klein aantal dansers. - ROKUS DE GROOT