gerelateerde werken
L' indifférent : pour quatuor à cordes / Hendrik Andriessen
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Strijkkwartet (2 violen, altviool, cello)
Bezetting:
2vl vla vc
Two Queen Christina Songs : for soprano and organ / Klas Torstensson
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Zangstem en orgel
Bezetting:
sopr org
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Zangstem en orgel
Bezetting:
ten org
Musica per organo trentunisono I : Canzona per organo e canto ad lib., No. 5 / Jan van Dijk
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Orgel; Zangstem en orgel
Bezetting:
org canto ad lib.
compositie
La Sainte Face : or soprano (or tenor) and organ / Hendrik Andriessen; text Paul Claudel
Overige auteurs:
Claudel, Paul
(Tekstdichter/librettist)
Andriessen, Hendrik
(Componist)
Toelichting:
Kort na "Le Chemin de la Croix" (1921) op tekst van dichter Paul Claudel (1868-1955) koos Hendrik Andriessen (1892-1981) opnieuw een tekst van Claudel, nu ontleend aan de tweede versie (1897) van het toneelstuk La Ville. Hierin komt de tegenstelling aan de orde tussen een verdorven stad in crisis en een stad waarin uitsluitend God de leidraad kan zijn, in bijbelse zin dus Sodom, Gomorra of Babylon tegenover het hemelse Jeruzalem dat ons wacht. Wanneer aan het eind van de derde akte Ivors op het punt staat de stad te gaan leiden beschrijft zijn vader Coeuvre hem nauwkeurig het heilige gelaat, La Sainte Face, van Christus waarvan de afdruk op de doek van Veronica is achtergebleven. De pijn die daaruit spreekt heeft de Zoon van God moeten ondergaan vanwege de zonden der mensen. Coeuvre waarschuwt zijn zoon dat men zich niet door het zwaard moet laten leiden maar door het koninkrijk van God. De oude orde moet worden vervangen door de nieuwe orde waarvan Ivors de incarnatie zal zijn.
De première van het werk vond plaats op 30 juni 1922 in de Grote Kerk van Haarlem door Mia Peltenburg sopraan en Hendrik Andriessen orgel. Recensent Jos de Klerk was onder de indruk van Andriessens compositorische kwaliteiten en schreef de volgende dag in het Haarlems Dagblad: “’La Sainte Face’ (…) gaf hem gelegenheid om een heerlijken zang te scheppen, die ontroerend mooi klinkt en die, juist door het lyrische element dat hier overwegend is, zeer sterk aanspreekt. Ook de begeleiding zingt zoo prachtig mee”.
Lourens Stuifbergen