componist
Daan Manneke begint zijn muzikale carrière als organist. Later wordt hij docent aan het Amsterdams Conservatorium. Zijn oeuvre, grotendeels in opdracht tot stand gekomen, richt zich vooral op geestelijke muziek ...
gerelateerde werken
Organum Floridum : for bass clarinet and organ / Daan Manneke
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Klarinet en toetsinstrument
Bezetting:
cl-b org
Sonate 5 : voor piano, opus 195, 1983 / Herman Mulder
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Piano
Bezetting:
pf
A piano praxis : for duet, trio and piano solo, 1988/revision 2005 / Xander Hunfeld
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Piano 4 handen; Blaas en strijk en toetsinstrument(en); Piano
Bezetting:
pf4h / cl(ob-am) vl pf / pf
Pianosuite : 1977, revisie 1988 / Willem van der Bilt
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Piano
Bezetting:
pf
compositie
Gedanken zu Bach : Ach wie flüchtig, ach wie nichtig... AD 2020, for piano / Daan Manneke
Toelichting:
Op verzoek en in opdracht van de musicus Hannes Minnaar schreef ik deze pianocompositie. Van meet af aan was er de intentie dat dit stuk een verbinding moest hebben met het werk van Johann Sebastian Bach. Vervolgens kwam de connectie met meer bepaald Bachs Goldbergvariaties BWV 988 in beeld.
Tijdens dit componeertraject [2020] ‘regeerde’ op dramatische manier de wereldwijde corona-pandemie. Deze gebeurtenis leidde mede tot de uiteindelijke compositie met de definitieve titel:
Gedanken zu Bach
Ach wie flüchtig, ach wie nichtig
AD 2020
Centraal in de compositie staat het Duitse kerklied Ach wie flüchtig, ach wie nichtig. Dit ernstige lied [tekst en melodie] werd in 1652 geschreven door de Duitse laat-renaissance [vroege barok] dichter-componist Michael Franck, 1609-1667. (Europa werd decennia- lang geteisterd door de verwoestende dertigjarige oorlog , beëindigd met de Vrede van Munster in 1648.)
Bach gebruikt dit koraal van zijn landgenoot Michael Franck in zijn gelijknamige Kantate BVW 26. In het derde deel van mijn compositie, de Aria-Ayre, benut ik Bachs zetting van het slotkoraal - Ach wie flüchtig- uit deze Kantate.
Verder zijn onder meer in Gedanken zu Bach verre echo’s te horen van John Dowlands Ayre ‘Flow my tears’ en van Hans Leo Hassler ‘Mein G’müt ist mir verwirret’. (Dit oorspronkelijk wereldlijke lied is de bron geweest voor talrijke zeer geliefde hymnen en kerkliederen waaronder Herzlich tut mich verlangen en O Haupt voll Blut und Wunden.)
Hoewel de compositie uit zes [korte] delen bestaat heeft het werk toch de intentie van één doorgaande organische ‘Fantasia’.
Daan Manneke, 2020