gerelateerde werken
Genre:
Orkest
Subgenre:
Groot ensemble (12 of meer spelers)
Bezetting:
1021 1000 perc hp vl 2vla 2vc
Canto continuo : voor symfonieorkest, 1988 / Henk Keizer
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
3221 4430 2timp 2perc str
Stabat Mater : alt solo, tenor solo, gemengd koor, kamerorkest, 1952 / Albert de Klerk
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor en orkest
Bezetting:
alt ten GK4 1111 1100 timp perc str
The tempest / [music] Willem Pijper, [text] William Shakespeare
Genre:
Opera, muziektheater
Subgenre:
Vocaal ensemble (2-12) en orkest
Bezetting:
3sopr-m 2bar 1010 1000 perc pf str(2.0.2.2.1.)
compositie
Moeilijkheden : blazers, piano, 1977 / Klaas de Vries
Overige auteurs:
Vries, Klaas de
(Componist)
Toelichting:
Moeilijkheden werd geschreven voor het orkest 'De Volharding', een collectief bestaande uit zowel klassiek geschoolde musici als uit jazz-musici, dat zich bezighoudt met een alternatieve muziek praktijk. Het laatste behelst onder andere het spelen op straat, in buurthuizen, tijdens demonstraties en dergelijke. Dat dit gevolgen heeft voor het soort muziek, dat tot klinken gebracht wordt, spreekt vanzelf. 'Luid en duidelijk', zo zou je grofweg de muziek van 'De Volharding' kunnen omschrijven. De opzet van Moeilijkheden berust dan ook voor een deel op de spanning tussen dit gegeven en mijn eigen meer naar complexiteit neigende componeren. Een globale omschrijving van de belangrijkste ontwikkeling in het stuk luidt: uit een eenvoudige, unisono gespeelde melodische kern in noten van gelijke duur ontstaat door ritmische en melodische verschuivingen een geleidelijk steeds complexer wordend klankbeeld. Dit proces wordt één keer onderbroken door een koraal-achtig middendeel, contrasterend in dynamiek en samenklank. Het koraal heeft door zijn specifieke vorm en uitvoeringspraktijk (primitief gezegd: allen tegelijk één ritme en één melodie) iets te maken met de muziek en het musiceren van 'De Volharding.' Kort voor het slot bereikt het stuk zijn grootste complexiteit, wanneer drie frasen van ongelijke lengte, verdeeld over drie groepen blazers ten opzichte van elkaar verschuiven. De frasen worden net zo lang herhaald tot zij weer terugkeren in hun uitgangspositie. Dit levert zodanige ritmische complicaties op dat een uitvoering zonder dirigent (zoals bij 'De Volharding') op grote problemen stuit. Het stuk heeft duidelijk twee kanten: het is 'recht voor zijn raap' (opzettelijke primitiviteit) en tegelijk gebaat bij een zo exact mogelijke weergave. - KLAAS DE VRIES