gerelateerde werken
Fusion à six : symphonic music for string quartet, bass clarinet and piano, 1980 / Joep Straesser
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Blaas en strijk en toetsinstrument(en)
Bezetting:
cl-b 2vl vla vc pf
Kind of e minor : for organ, 1976 / Jacques Bank
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Orgel
Bezetting:
org
Dominica pentecostes : = Pinksterzondag, voor orgel, opus 156, 1994 / Louis Toebosch
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Orgel
Bezetting:
org
Preludium en fuga III : orgel, 1953 / Henk Badings
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Orgel
Bezetting:
org
compositie
Faites vos jeux : cinq pièces pour orgue, 1986 / Joep Straesser
Overige auteurs:
Straesser, Joep
(Componist)
Bevat:
Entrata
Canto
Capriccio
Intermezzo
Finale
Toelichting:
Program note (Dutch): Faites vos jeux bestaat uit vijf delen, Entrata, Canto, Capriccio, Intermezzo en Finale.
Registratievoorschriften worden in dit werk niet gegeven; soms worden de te bespelen klavieren aangeduid; de sterktegraden echter zijn altijd precies voorgeschreven. Uitvoerenden hebben dus een aanzienlijke vrijheid ten aanzien van de door hen gewenste registerkeuze, dit in tegenstelling tot de situatie in mijn vorige (grotere) orgelwerken Splendid isolation (1976) en Permanent Wave (1985), waarin gedetailleerde aanwijzingen staan omtrent de te gebruiken registers en voethoogten.
Ten aanzien van de toonhoogte-organisatie wijkt Faites vos jeux af van de in mijn werk gebruikelijke gang van zaken, die bestaat uit een binnen intervalbeperkingen georganiseerde totaalchromatiek, door middel van het gebruik van modale reeksen waarin altijd enkele tonen van de twaalf ontbreken. Pas in de tweede instantie, namelijk bij transposities van de reeksen, kan alsnog totaalchromatiek ontstaan.
Faites vos jeux werd gecomponeerd op verzoek van de orgelafdeling van het Sweelinck Conservatorium te Amsterdam voor de eindexamenkandidaten orgel in 1987. Opzet daarbij was dat zij het werk zelfstandig, zonder hulp van hun docent, zouden instuderen en op hun eindexamenconcert ten gehore zouden brengen. Een lofwaardig initiatief dat een aantal heel geslaagde uitvoeringen tot resultaat had maar dat, bij mijn weten, in latere jaren helaas niet is voortgezet.
Faites vos jeux, dat tot een van mijn meest gespeelde werken behoort, bestaat uit 5 delen in de volgorde; snel-langzaam-snel-langzaam-snel. De toonsfeer van het werk is modaal - men denke hier aan modi 'à la Messiaen' - de harmoniek laat, voorzover aanwezig, verticaliseringen horen van de gebruikte modi en de ritmiek is vurig. Registratievoorschriften zijn niet gegeven, juist om de eindexamenkandidaten de mogelijkheid te bieden hun eigen keuzes te maken.
Deel 1. Entrata, laat als vorm, in het klein, dezelfde (tempo) opbouw zien als het werk in zijn geheel (zie boven) waarbij de snelle muziek uit het begin in het middenpaneel aan een doorwerking wordt onderworpen. Deze snelle muziek zet tegelijkertijd de toon voor het soort virtuositeit die in het werk aan de orde is.
Deel 2. Canbo, is een trio met een melodie van lange noten in de middenstem (tongwerk) omgeven door twee wat sneller verlopende contrapuncterende stemmen in rechterhand en pedaal. Het stuk doet in de verte denken aan koraaltrio's uit de Barok.
Deel 3. Cappricio, is wederom een zeer snel en virtuoos stuk waarbij o.a. de trillers in het pedaal opvallen. Het begint éénstemmig en breidt zich geleidelijk aan uit tot een drie- á vierstemmigheid. Het einde van dit deel komt vrij abrupt waarna het afsluit met een korte coda waarin het basismotief van het stuk tegen een liggend akkoord(je) wordt geplaatst.
Deel 4. Intermezzo, is een quadro waarin 4 motivische 'typen' in de 'tijdruimte' worden geplaatst gebonden aan steeds hun eigen registerkleur. In het laatste gedeelte wordt deze vaste koppeling losgelaten en gaan de motieftypen rouleren door de verschillende registerkleuren. Het is van groot belang dat de organist dan ook 4 zo verschillend mogelijke kleuren kiest zodat eerst de binding van de 4 motieven aan hun vaste leur en daarna het loslaten van die binding ook door de luisteraar kan worden waargenomen.
Deel 5. Finale, hierin keren we weer terug naar het inmiddels al bekend geworden type virtuositeit. De onafhankelijkheid van manuaalspel versus pedaalspel wordt in dit slotdeel sterk benadrukt waar in de handen stijgende akkoordbewegingen worden geplaatst tegen dalende lijnen in het pedaal. Het middenpaneel van het stuk bestaat uit een virtuoze pedaalsolo. - JOEP STRAESSER