gerelateerde werken
24 capriccio's voor viool solo
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Viool
Bezetting:
vl
Ode to Maria Callas : for four guitars / Chiel Meijering
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Gitaar
Bezetting:
4g
12 preludes : voor gitaar / Henk Badings
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Gitaar
Bezetting:
g
Ode to Cicciolina (part II) : for four guitars / Chiel Meijering
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Gitaar
Bezetting:
4g
compositie
Wandelweer : voor drie gitaren, (1984) / Guus Janssen
Overige auteurs:
Janssen, Guus
(Componist)
Toelichting:
Program note (Dutch): Het stuk Wandelweer is ontstaan op basis van mijn tweede strijkkwartet 'Streepjes' vanuit vergelijkbare overwegingen (zie hiervoor de toelichting bij dit strijkkwartet). Bij elke gitaar werd één snaar als zodanig verstemd dat ik een zo groot mogelijk arsenaal aan toonhoogtes kreeg, wanneer ik gebruik maak van de eerste vier natuurlijke flageoletten op elke snaar (octaaf, kwint, tweede octaaf en octaaf + deciem). Ook gebruik ik soms de zesde flageolet, die vanuit de grondtoon gerekend een te lage septiem (+ twee octaven) is. Bij gitaar 1 werd de lage E-snaar verstemd tot Es, bij gitaar 2 de lage E-snaar tot F en bij gitaar 3 de A-snaar tot Gis. Er is steeds sprake van vier tonale gebieden met de grondtonen Es, C, A en Fis. De vier gebieden worden steeds geïntroduceerd door stijgende diatonische toonladders (complementair gespeeld door de drie gitaren), gespeeld in 'wandeltempo.' De vormgevende factor is: hoever komt de toonladder en wat is hiervan de consequentie. Er worden op deze
wijze namelijk steeds nieuwe tonen geïntroduceerd, in eerste instantie uigevoerd als natuurlijke flageoletten, later ordinario (= gewone speelwijze) molto vibrato e espressivo en weer later als triller (= uitvergroot vibrato). De ordinario-speelwijze dringt het stuk binnen via het derde toonhoogtegebied (in A) in de vorm van een niet ladder-eigen, steeds terugkerende molte vibrato gespeelde G. Het betreft hier een soort 'synthetische' lyriek. Een ander belangrijk gegeven is het 'kampvuurakkoord', na de tel gespeeld (als bij een reggae) maar ernstig verveemd van zijn oorsprong omdat het hier ook steeds om flageoletten gaat. Deze akkoorden komen het stuk binnen via het vierde toonhoogtegebied (in Fis) en spelen naar het einde van het stuk een belangrijke rol. - GUUS JANSSEN