gerelateerde werken
Translucent I : for soundtracks and string quartet, 1976 / Ton Bruynèl
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Strijkkwartet (2 violen, altviool, cello); Elektronica met verschillende instrumenten; Strijkkwartet (2 violen, altviool, cello) met multimedia
Bezetting:
2vl vla vc tape
Passacaglia and fugue : = (Passacaglia en fuga, voor orgel), for organ, opus 1, (1954) / Peter Schat
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Orgel
Bezetting:
org
Music Of An Organic Nature : Version for organ / Benjamin de Murashkin
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Orgel
Bezetting:
org
Weter Klok's Waardengang : musico-drama voor fluitist, 1978-1979 / Misha Mengelberg
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Fluit; Fluit en toetsinstrument; Elektronica met verschillende instrumenten; Fluit en toetsinstrument met multimedia; Fluit met multimedia
Bezetting:
fl tape/pf
compositie
Arc : for organ and four electronic sound-tracks, (1966) / Ton Bruynèl
Overige auteurs:
Bruynèl, Ton
(Componist)
Toelichting:
Program note (Dutch): In Arc is het elektronische klankmateriaal als volgt geconstrueerd: witte ruis wordt meegedeeld aan een snaar. Deze metalen snaar antwoordt door resonantie en geeft wat zij aan overeenkomstig materiaal voorhanden heeft terug. Het verkregen materiaal wordt vervolgens doorgezonden naar een produktmodulator waar een generatortoon wordt bijgevoegd. Door dit proces komen som- en verschiltonen vrij die na filtering worden geregistreerd op magnetofoonband.
Het elektronische deel van Arc klinkt over vier luidsprekergroepen in een ruimte (kerk) waar het orgel wordt bespeeld. De band dient in overeenstemming met de sterkte van het orgel ten gehore worden gebracht.
De organist kan via een partituur de elektronische klanken volgen; hij speelt zijn partij bijgestaan door registranten.
Voor concertgebruik in een ruimte zonder orgel is een combinatieband samengesteld; een orgelopname van Huub ten Hacken aan het orgel van de Nicolaïkerk te Utrecht is opgeteld bij de elektronische viersporenband.
De titel Arc (boog) heeft betrekking op de compositietechniek die gebaseerd is op uitzetting en inkrimping van klankvormen en structuren. Het zijn vooral de continuklanken, sober van beweging, die in tijd ademen en de ruimte dramatiseren. De elektronische klanken versmelten zich met die van het orgel of komen eruit voort.
Het elektronische deel werd gerealiseerd in de privé-studio van de componist. - TON BRUYNÈL