gerelateerde werken
24 capriccio's voor viool solo
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Viool
Bezetting:
vl
Bacchanten : (Anagrammen), voor klein ensemble, 1985/86 / Boudewijn Tarenskeen
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Gemengd ensemble (2-12 spelers)
Bezetting:
tb-b perc jazz-g 2pf vla vc
Nostalgia : for bassoon and string quartet / Reza Nakisa
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Gemengd ensemble (2-12 spelers)
Bezetting:
fg 2vln vla vc
Tick : for quintet / Douwe Eisenga
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Gemengd ensemble (2-12 spelers)
Bezetting:
fl cl-b pf vl vc
compositie
Schudden voor gebruik : voor altsaxofoon, marimba/klokkenspel, piano en harp, 1985, r[evisie] 1986 / Chiel Meijering
Overige auteurs:
Meijering, Chiel
(Componist)
Toelichting:
Program note (Dutch): Op pakken vruchtensap e.d. pleegt te staan het opschrift: "Schudden voor gebruik". Dit uiteraard om ervoor te zorgen, dat sommige vruchtbestanddelen, bezonken op de bodem van het pak, weer tot leven komen en zich door de gehele vloeistof verspreiden. In de hersens van een componist gaat het al net zo. De bezinksels die zich in dit stuk vermengden, waren van Charley Parker en een motiefje uit Orpheus van Stravinsky. Dit overigens zwakke stuk van Stravinsky bevat een Intro, gebaseerd op een eenvoudige doch geniale vondst: een dalende toonladderfiguur voor harp en overgenomen door strijkers, die de aangeplukte tonen vasthouden en zo een akkoord vormen. Het stuk stroomt vol als een meer. Ik besloot een soortgelijke toonladderfiguur in 'Schudden voor gebruik' te hanteren, niet dalend, maar stijgend, uitgaande van de tonen c-d-es-f, de c als de laagste toon van de marimba. Die reeks breidt zich uit en vormt ten slotte tien tonen, waaruit melodieën voor de altsax en akkoorden voor de
piano zijn geconstrueerd. Om die stijgende lijnen heen verdicht zich een veld van snelle motiefjes en akkoordblokken; harp en marimba, in eerste instantie elkaar verdubbelend, verzelfstandigen en versnellen hun patroon. De toonladderachtige reeks verabstraheert en komt hoger gelegen in de registers van de piano en de marimba terug, wijd uit elkaar liggend. Na zo'n vier minuten wordt in de volgende twee het voorafgaande flardsgewijs opnieuw geïnterpreteerd, weer vanuit een verstilling opgebouwd en uitmondend in een twee minuten durende eindspurt, gebaseerd op de virtuositeit van de bebop-saxofonist Charley Parker, de snelst denkende improvisator die de jazz tot nu toe gekend heeft. Snelle motiefjes van vier noten in alle denkbare kreeften en omkeringen van kreeften etc., soms aaneengeregen tot zes of acht motieven, unisono tussen sax en marimba, jagen naar het einde toe. De harp en piano rammen in zestiende noten akkoorden en basloopjes, die in de verte aan jazz reminisceren. Een
mooiere ode aan Charley Parker is niet denkbaar. - CHIEL MEIJERING