gerelateerde werken
Symphonische klankfiguren : (Symphonie nr. 12), (1964) / Henk Badings
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
pic 3fl 2ob eh 3cl cl-b 2fg cfg 4h 3trp 3trb tb timp 3perc cel hp pf str
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Gemengd ensemble (2-12 spelers)
Bezetting:
cl-b 8acc 2acc-b
Zoomers : for clarinet, vibraphone and string orchestra / Chiel Meijering
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Gemengd ensemble (2-12 spelers)
Bezetting:
cl vib 4vl 2vla 2vc db
Sonneries : pour Violon, Clavecin et Violoncello / Roderik de Man
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Gemengd ensemble (2-12 spelers)
Bezetting:
vl vc hpschrd
compositie
Trio no. X : for alto flute, viola and harp, 1977 / Henk Badings
Overige auteurs:
Badings, Henk
(Componist)
Bevat:
Lento
Presto
Grave
Toelichting:
Program note (Dutch): Er zijn drie delen: langzaam, zeer snel, zeer langzaam. In het eerste deel (Lento) verschijnen vage klanken en klankfiguren, die geleidelijk meer gestalte aannemen en beweeglijker worden. Dan treedt in de harp en later in dubbelgrepen van de altviool een cirkelende, breed arpeggierende akkoordenreeks op als basis voor de inmiddels nerveus-beweeglijke toonfiguren, die voornamelijk door de fluit worden gespeeld. Dit leidt naar een dynamisch hoogtepunt, waarmee het deel sluit. Het tweede deel (Presto) heeft een passacaglia-achtig herhaalde bas, die geleidelijk verandert. Men kan een aantal vrije variaties onderscheiden, die echter niet coïncideren met de grondbas. Karakteristiek is het additieve ritme, gebaseerd op reeksen van Fibonacci. Het derde deel (Grave) is een passacaglia. Het thema verschijnt in vol gegrepen akkoorden van de harp. Daartegen brengt eerst de altviool een ritmisch sterk vertakte arioso tegenstem, die later in de fluit canonisch beantwoord wordt. Het deel klinkt
uit in een verstillende Coda. In dit trio worden tal van nieuwe speelmanieren toegepast, zo bijvoorbeeld in de fluit: multifone en percussieve klanken, ingezoemde tonen en micro-intervallen; in de altviool een scordatura, die een uitbreiding in de laagte biedt en nieuwe dubbelgrepen mogelijk maakt, maar vooral het timbre wijzigt; in de harp: de gongslag, het golvend glissando, het spel met de stemvork, het fluitende glissando, het trommeleffect, enz. - HENK BADINGS