gerelateerde werken
Canto Ostinato : voor toetsinstrumenten, 1976-79 / Simeon ten Holt
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Piano
Bezetting:
4pf
Hear Me : for piano / Calliope Tsoupaki
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Piano
Bezetting:
pf
Message : for piano and tape, 1994 / Simon Burgers
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Piano; Elektronica met verschillende instrumenten; Piano met multimedia
Bezetting:
pf tape
Seven pieces for children : for piano solo, 1925 / Karel Mengelberg
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Piano
Bezetting:
pf
compositie
Cyclus aan de waanzin : = Cycle to madness, for piano, 1961-1962 / Simeon ten Holt
Overige auteurs:
Holt, Simeon ten
(Componist)
Toelichting:
Program note (Dutch): Reeks van dertig stukken die onderverdeeld is in drie delen van tien. Oorspronkelijk hadden deze delen de ondertitels: VRIJ-zinnig, WEER-zinnig en WAAN-zinnig pianoboek. In de uitgave is niet van de onderverdeling, wel van de ondertitels afgezien. De betiteling van de stukken apart in deel drie is gehandhaafd. De Cyclus beschouwen we als ontsprongen aan de relatiemodaliteit van fase III. Het subject komt in beweging en verlaat z'n stelling, de omhelzing van het object wordt belijdenis en beginselverklaring. Het tooncentrum wijkt voor overwegende a-tonaliteit en een verder opdringen van de chromatiek. Meer dan in de Bagatellen en ander voorafgaand werk van dit genre is hier de procesmatigheid aan de orde. Van statische 'insluiting' van een inhoud wordt de vorm 'ontsluiting' op een inhoud en is het werkstuk de uitdrukking van een greep naar iets wat het nimmer be-grijpt en om-grijpt. De nadruk ligt op de poging en het resultaat is een meer of mindere misgreep naar iets dat gericht
is door een in het blinde werkzame impuls. Het werkstuk is een nimmer in zichzelf voltooide poging en de aandacht voor de gerichtheid is groter dan de afmeting van het resultaat kan huisvesten. Sintels dus van een proces, momentopnamen gemaakt gedurende een tocht die niet werd gemaakt voor de opnamen maar om het bereiken van het doel (de onderdelen van de cyclus vertonen onderling verwantschap in zoverre zij gezamenlijk de beschrijving zijn van en afgelegd spoor, een afgelegde etappe van een gerichtheid). Intuïtie, intellect, gevoel en wil zijn de hoekstenen van een open procedure waarvan de essentie wordt bepaald door de 'ongrijpbaarheid' van de 'gegrepenheid'. De aaneenschakeling van de dertig korte stukken (het aantal is niet relevant en variabel van twee tot een aantal n) is de verzameling van een aantal grepen = misgrepen naar wat in beginsel ongrijpbaar en onbegrepen blijft - met als uitkomst de Waanzin. In de afstand tussen 'greep naar' en 'ongrijpbaarheid van' ligt het element
magie en bezwering. Alle onderdelen hebben geen andere inhoud dan de leegte - de afstand die gaapt tussen greep en ongrijpbaarheid. De vraag naar de esthetische bekoring wordt niet gesteld. Iedere willekeurige inrichting schijnt strijdig met de voor het toeval opengelaten ruimte. De korte afmeting van het onderdeel, consequentie van de mislukking per definitie, verwijst tevens naar de bezwerende formule, naar het rituele aspect van de Cyclus in z'n tonaliteit. Het ritueel niet gericht op het afdwingen van de gunsten der goden der kosmische krachten, maar op die der weerbarstigheid van de menselijke identiteit. Maar die weerbarstigheid blijkt vooralsnog onbreekbaar. De ban van de conditionering aan de tonaliteit, van de insluitende macht van het systeem, van de diepe gewortelde subjectgerichte relatiestructuur blijkt niet te bezweren. Het tonale element zwerft als een schim door de Cyclus en presenteert, dan openlijk, dan in vermomming de rekening van een onbetaalde schuld. - SIMEON TEN
HOLT