gerelateerde werken
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Piano
Bezetting:
pf
Nuages : voor 2 piano's, 1984 / André Douw
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Piano
Bezetting:
2pf
Sonatine II : voor piano, (1965) / Johan Weegenhuise
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Piano
Bezetting:
pf
Sonatine IV : voor piano, opus 36 / Leon Orthel
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Piano
Bezetting:
pf
compositie
Just signals : sonata for piano, 1982 / Joep Straesser
Overige auteurs:
Straesser, Joep
(Componist)
Toelichting:
Program note (Dutch): Just Signals vormt het tweede deel van een trilogie die bestaat uit: Signals and Echoes, Just Signals en Echoes Reversed. De titel van het eerste werk, Signals and Echoes voor 11 instrumenten en basklarinetsolo is in de twee volgende stukken als het ware gesplitst in (Just) Signals en Echoes (Reversed). Dit laatste werk is geschreven voor sopraan, fluit, cello en piano. Deze splitsing heeft tot gevolg dat beide werken de twee basisgegevens van Signals and Echoes gescheiden behandelen. Zo is Just Signals een werk dat voornamelijk bestaat uit signaalmotieven en hun verwerking terwijl in Echoes Reversed bijna uitsluitend gebruik gemaakt wordt van 'echoes' in kreeftvorm waarbij het signaal dat aan de echo ten grondslag zou moeten liggen, verloren gaat.
Just Signals bevat met betrekking tot de vorm enkele kenmerken die men 'sonate-achtig' zou kunnen noemen. Men onderscheidt een duidelijke driedeligheid die vooral gekenmerkt wordt door de karakteristieken snel - langzaam - snel. Aan het begin van het werk worden twee verschillende signaaltypen geëxposeerd. Het eerste heeft een ritmisch grillig karakter, breidt zich uit van één- tot vierstemmigheid en wordt vervolgens afgebouwd tot alleen de hoogste toon overblijft. Omdat de gebruikte tonen steeds op dezelfde hoogte terugkeren, ontstaat een vrij statische muziek die in indirecte zin door toonherhalingen gekenmerkt wordt. Dan volgt het tweede signaaltype dat zich ook van één- naar vierstemmigheid - hier beter: lagigheid - uitbreidt en dat in ritmisch opzicht een veel regelmatiger karakter vertoont, terwijl toonherhalingen in directe zin domineren. Alle muziek die hierna volgt, is afgeleid van deze beide uitgangspunten en laat vele vormen van verwerking horen in de zin van variaties,
combinaties, uitbreidingen, reducties, etc. Ook het langzamer middendeel moet in deze zin worden beschouwd. Het tweede signaaltype zorgt op ongeveer 3/4 van het stuk in de vorm van een direct herkenbare herhaling voor 'reprise-effect', waardoor het idee met een synfonisch opgezet werk van doen te hebben, nog wordt versterkt. - JOEP STRAESSER