gerelateerde werken
Atlantische dansen : voor piano en klein orkest, (1955) / Henk Badings
Genre:
Orkest
Subgenre:
Piano en orkest
Bezetting:
1121 1220 perc str pf-solo
Vioolconcert : 1933 / Nico Richter
Genre:
Orkest
Subgenre:
Viool en orkest
Bezetting:
2202 2200 timp perc str(8.8.6.5.) vl-solo
Concert voor viool en orkest : for violin solo and large orchestra, 2003 / Klaas ten Holt
Genre:
Orkest
Subgenre:
Viool en orkest
Bezetting:
2232 2220 perc hp str vl-solo
Concert : voor viool en orkest, Utrecht, 24 febr. - 9 juni 1953 / Ton de Leeuw
Genre:
Orkest
Subgenre:
Viool en orkest
Bezetting:
2222 4331 timp 2perc str vl-solo
compositie
Concert no. II : voor twee violen en orkest, (dubbelconcert no. V), geschreven in het 31-toonsysteem, (1969) / Henk Badings
Overige auteurs:
Badings, Henk
(Componist)
Bevat:
Moderato
Scherzo (Presto)
Adagio
Toelichting:
Program note (Dutch): Voor het eerst werd in dit concert de 31-toonstemming voor een orkestwerk toegepast. Van deze micro-stemming heeft Badings in dit concert zo gebruik gemaakt, dat het orkest meestal de intervallen van de solisten kan overnemen om de stemmingsproblemen voor de orkestleden te verminderen. Deze overgenomen tonen worden dan als in een mozaïek toegepast.
In het eerste deel, een Moderato voor soli, slagwerk en sterk gediviseerde strijkers, worden bovenharmonische structuren toegepast in samenstellingen als 5-7-12-19, 6-8-14-22, 7-9-16-25 en 8-10-18-28, optelakkoorden genoemd, omdat de frequentie van een hogere toon verkregen wordt door de optelling van twee lagere, of wel van een lagere door aftrekking van twee hogere. Deze samenstelling heeft bepaalde akoestische voordelen: het vergemakkelijkt de stemming. Zij bepalen de inleidende akkoorden. In de candensen der solisten hoort men de slendro-achtige toonselectie. Een bijzonderheid in dit eerste deel is ook de scorda-tura, het verstemmen van snaren, hier toegepast opdat de soli de grondtonen van de boven-harmonische structuren kunnen brengen. Men hoort daardoor bij één van de soli merkwaardige, donker getimbreerde tonen, die men niet van een viool verwacht. Zij verlangen een speciale speeltechniek. Muzikaal gesproken is dit eerste deel een inleiding, waarbij in meestal vage contouren
het thematische materiaal van het concert opdoemt.
Het tweede deel, Presto, is een scherzo voor de uitsluitend door slagwerk begeleide soli. Bij alle speelsheid en speelvreugde, bij alle brillante vertoon van virtuoziteit en van voor insiders verbluffende viooltechnische effecten, die ten dele zelfs gloednieuw zijn, is dit scherzo een in de tijd geprojecteerde additieve reeks van 28-18-10-8, 7-9-16-25, 22-14-8-6 en 5-7-12-19 tijdseenheden, zoals ze in het eerste deel voorkomen in de dimensie der toonhoogte. Daarbij wordt een selectie zonder octavenidentiteit uit de 31 tonen gebruikt, die zo 'in de vingers' ligt, dat ze de maximale snelheden van een presto mogelijk maakt. Het vermelden van deze technische details is niet bedoeld om af te leiden van de hoofdzaak: een muzikale scherts met speelse motieven, onderhoudende ritmen en vol van brillante viool-duo-klank.
Het derde deel bestaat uit een Adagio, een begeleide cadens en een Presto-slotepisode. Het verstilde, melodische Adagio vertoont een voor de componist karakteristieke selectie van 8 uit de 31 tonen. Het is vrijwel uitsluitend voor strijkers geschreven. De ff-inzet van het volle orkest, waarbij voor het eerst ook trombones deelnemen, vormt de overgang naar de cadens.
In dit 'volle' orkest zal men al die instrumenten missen - als de houtblazers - die minder gemakkelijk aan de 31-toonstemming deel kunnen nemen.
De begeleidende cadens vertoont een aleatorisch spel van motieven uit het Scherzo. Deze gaan overheersen en vormen dan de slotepisode van het concert. Wie het additieve spel uit de vorige delen wil zoeken, kan het hier in de dimensie der luiheid vinden.
Twee violen zijn elkaar in klank bedrieglijk gelijk. Er is hier ook niet gestreefd om een concert voor twee verschillende solisten te schrijven - zoals een dubbelconcert voor trompet en viool automatisch zou zijn -, maar om een concert te componeren voor de eenheid van een vioolduo, zoals het echtpaar Lemkes-Vos er een vormt. Als erkenning voor hun baanbrekend werk in de toepassing van de 31-toonstemming is het concert aan dit duo opgedragen. - HENK BADINGS