gerelateerde werken
Concerto per pianoforte e orchestra : 1964 / Kees van Baaren
Genre:
Orkest
Subgenre:
Piano en orkest
Bezetting:
pic fl ob eh cl cl-b fg cfg 4h 3trp 3trb tb timp 4perc hp str pf-solo
Interpolations : voor orkest / Jan van Vlijmen
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest; Orkest met multimedia
Bezetting:
3353 3sax 4331 5perc cymb 2mar xyl 2el.g g-b man hp pf 2ham.org str(12.6.6.3.) electronics
Facets : for orchestra, (1967-'68) / Walter Hekster
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
2221 3221 xyl vibr hp pf str(8.7.6.5.4.)
Concerto da camera : opus 10, (1960) / Peter Schat
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
0020 0000 perc pf str
compositie
Musica per orchestra : 1965-'66 / Kees van Baaren
Overige auteurs:
Baaren, Kees van
(Componist)
Bevat:
Lento non troppo, doppio movimento
Sostenuto
Vivo
Toelichting:
Program note (Dutch): (Première: 18-5-1966 - Rotterdam - Rotterdams Philharmonisch Orkest o.l.v. Franz-Paul Decker) - Het werk bestaat uit drie delen die door korte 'Generalpausen' van elkaar gescheiden zijn. Evenals in zes eerder geschreven stukken (Muzikaal zelfportret, Variazioni per orchestra, 2° Quartetto per archi, Quintetto a fiati, Concerto per pianoforte e orchestra en Musica per campane) is bij het componeren uitgegaan van een twaalftoonreeks die alle intervallen binnen de afstand van het octaaf bevat en die identiek is met zijn eigen kreeftgang. (Met deze 'zevende' acht de componist de voorraad van voor hem bruikbare reeksen van deze speciale soort uitgeput). Het werk kenmerkt zich verder door een voortgezet streven naar vervolmaking van bepaalde, zich nog in een vroeg stadium van ontwikkeling bevindende aspecten van de seriële techniek, het aftasten (in deel 2) van nieuwe mogelijkheden voor een autonoom-melodische schrijfwijze, het naast elkaar plaatsen (in deel 3) van een aantal structuren
van zeer uiteenlopende aard, zonder gebruik te maken van een secundaire - dus bijvoorbeeld inleidende of verbindende - vormelementen, met de bedoeling om aan te tonen dat uit deze werkwijze zeer goed een gesloten vorm kan resulteren. In dit derde deel zijn het de volgende structuren: het eigenlijke 'vivo', een ritmisch levendig stuk met het variabele metrum 2/8--3/4-3/16--5/4-5/16--3/8--7/4-7/16--4/8--9/4; een fragment met een Latijns-Amerikaans dansritme dat per maat een halve tel achter loopt; twee zeer korte citaat-collages; een gevarieerde terugkeer van elementen uit deel 2; twee citaten uit eigen werk, het muzikaal zelfportret. Merkwaardigerwijze geven juist de twee citaat-collages, waarin binnen luttele seconden Wagner (3 keer), Johann Strauss (2 keer), Pijper (2 keer), Mendelssohn, von Suppé, Beethoven, Moussorgsky en Stravinsky om de hoek komen kijken, door hun tonale bindingen suggesties van dreigend deraillement. - KEES VAN BAAREN