gerelateerde werken
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor
Bezetting:
sopr alt GK4
Elverhöi : sinfonisch gedicht, voor symphonie orkest, opus 48, 1940 / Johan Wagenaar
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
2fl fl(pic) ob ob(eh) 2cl 2fg 4h 3trp 3trb timp 2perc hp str
Trois gnossiennes : 1890 / orchestré par Willem Frederik Bon dec. 1976, Erik Satie
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
2222 sax-a 3200 perc(cel) hp str(8.6.5.4.2.)
Divertimento : voor strijkorkest en 4 blaasinstrumenten / Herman Strategier
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
1111 0000 str
compositie
Passage : opus 65, for orchestra, 1987 / Jo van den Booren
Overige auteurs:
Booren, Jo van den
(Componist)
Toelichting:
Program note (Dutch): (Première: 17-3-1988 - Het Brabants Orkest). 'Passage' ontstond in de zomer van 1987 tijdens een vakantie in Zwitserland en Oostenrijk. Veel bergwandelingen zouden onbewust kunnen hebben bijgedragen tot deze compositie, die de eerste vormt uit een cyclus van drie stukken, waarvan inmiddels ook het derde voltooid is: 'Rocailleux' ('rotsig'). Het woord 'passage', gebruikt in de betekenis van 'doorgang', verwijst tevens naar het begrip 'passacaglia'.
Van groot belang is de vrijwel voortdurend aanwezige baslijn, waarboven zich variërende melodische lijnen bewegen. Wat het notenmateriaal betreft zijn deze gebaseerd op: a) toonladders (modi), b) reeksen van 8 tot 10 tonen gebaseerd op deze toonladders, c) vrije tonen. Er zijn twee uitgangspunten: A) De melodische lijnen zijn gebonden aan vaste ritmische modellen, terwijl de tonen kunnen variëren. B)Het omgekeerde van A. Deze formules A en B treden na elkaar op, maar ook tegelijkertijd. In mijn vroegere werk benutte ik vaak twaalftoons- en reeksentechnieken. In 'Passage' , een logisch vervolg op mijn twee symfonieën en 'La Passion de Jeanne d'Arc' , streef ik meer naar de herwaardering van consonantie. De instrumentatie is incidenteel zodanig dat een instrument, of twee gelijke instrumenten, een solistische rol spelen. Bij voorbeeld twee klarinetten met het orkest als decor. Het tempo is overwegend 'gaand', andante, wat inherent is aan een passacaglia. De maatsoorten zijn zeer
wisselend en veelal oneven. - JO VAN DEN BOOREN