gerelateerde werken
24 capriccio's voor viool solo
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Viool
Bezetting:
vl
Concertino : per orchestra da camera / Will Eisma
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
2222 2200 timp perc pf str
It comes from afar : for symphonic wind orchestra / Martijn Padding
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
picc 3fl(fl-a) 2ob eh 2fg cfg 4cl cl-b cl-cb sax-s 2sax-a 2sax-t sax-b 4h 4trp 4tmb(trb-b) 2tb-t 2tb-b 5perc db
Priamel : voor symf. orkest, 1964, op. 62 / Ary Verhaar
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
3333 4330 timp 2perc hp str
compositie
Spes patriae : sinfonietta voor klein symfonie-orkest, op. 62 / Marius Flothuis
Overige auteurs:
Flothuis, Marius
(Componist)
Bevat:
Allegro con spirito
Passacaglia con intermezzi (Andante tranquillo)
Allegro vivace e impetuoso
Toelichting:
Program note (Dutch): (Première: 17-1-1963 - Bergen - Nederlands Studenten Orkest o.l.v. Jan Brussen). De bestemming van het stuk legde mij een zekere beperking op ten aanzien van de bezetting en tijdsduur, voor het overige was ik geheel vrij. De bezetting is dubbel hout, twee hoorns, twee trompetten, pauken, slagwerk en strijkers. De titel 'Spes Patriae' leek mij zinrijk voor een stuk dat door studenten van onze universiteiten moet worden gespeeld.
In de drie delen ligt het accent telkens op een ander element van de muziek: in het eerste deel op de harmonie, in het tweede op de melodie, in het derde op het ritme - waarbij overigens op te merken is dat het melodische element ook in deel I en III allerminst verwaarloosd wordt.
Als ik van de drie delen een karakteristiek moet geven zou het deze zijn:
I: driftig - voortvarend;
II: naar binnen gekeerd;
III: uitgelaten.
Het eerste deel is vijfdelig (schematisch aan te duiden als a - b - a' - c - a''). Het intermezzo b geeft houtblazers gelegenheid tot solistische ontplooiing, c is voornamelijk aan de strijkers toevertrouwd.
Het tweede deel is een Passacaglia met twee intermezzi en is dus ook vijfdelig. De intermezzi zijn respectievelijk aan hout- en koperblazers toegewezen.
Wie goed tellen kan, zal opmerken dat het basis-thema van de Passacaglia een twaalftonen-melodie is. Er is verder geen reden tot ongerustheid: het tonale centrum van dit stuk is d, dat van I en III: es.
Het derde deel is driedelig. Het middenstuk staat in 10/8 maat (3 + 4 + 3), de omsluitende delen in 14/8 maat (3 + 4 + 4 + 3). - MARIUS FLOTHUIS