gerelateerde werken
Elegie : voor alt-fluit en vier fluiten / Berend Giltay
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Fluit
Bezetting:
4fl fl-a-solo
Boréal IV : for orchestra, 1987, revision 1993 / Maarten Bon
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
3333 4301 2hp str
Three Birthday Pieces : for orchestra / Martijn Padding
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
3fl(picc) 2ob 2cl(cl-b) fg cfg 2h 3tpt 2trb(trb-b) hp cel acc 2perc str
Dawn Illusion : for violin, cello, piano and large orchestra / Alexey Sioumak
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
vn-solo vc-solo pf-solo picc fl 2ob 2co 2fg 4h 2tpt 3trb timp 3perc hp str
compositie
Sinfonia : (1956-'57), per orchestra / Berend Giltay
Overige auteurs:
Giltay, Berend
(Componist)
Bevat:
Allegro energico
Adagio
Allegro con spirito
Toelichting:
Program note (Dutch): De Sinfonia is een driedelig werk, dat qua lengte en vorm dicht bij de Symphonietta staat, maar door de meer dramatische inhoud de symfonie nabij komt.
Deel I: Hoofd- of Sonatevorm.
Na twee forte-unisono-maten verschijnt in het strijkorkest het eerste thema in hobo en houtblazers en wordt verder uitgewerkt. Het tweede thema wordt geïntroduceerd in de altviolen. Na de gebruikelijk doorwerking volgt de reprise van het eerste thema en het coda.
Deel II: Liedvorm.
Dit deel begint met vijf inleidende maten van de violoncelli en bassen, waarna een solo-passage voor de althobo volgt, ondersteund door de altviolen. Het middenstuk van dit deel kenmerkt zich door een hartstochtelijke melodie in de eerste en tweede violen. Het wordt afgesloten met de vijf inleidingsmaten, nu echter in kreeftengang en aangevuld met liggende akkoorden in eerste en tweede violen, waarboven de altviolen de slotmelodie spelen.
Deel III: Grote Rondovorm.
Het eerste thema A krijgt eerst langzaam vorm (eerste hoorn) vóór het in zijn geheel door de eerste violen wordt gespeeld. Hierna volgen niet de gebruikelijk overgangsmaten maar een doorwerking naar thema B. Ook terug naar thema A wordt weer van een doorwerking gebruik gemaakt. Thema C, dat geheel tegengesteld aan de beide voorgaande is, wordt door de altviolen met sonore klank gespeeld, waarna in de 1e en 2e violen een hiervan afgeleid thema verschijnt.
Daarna terugkeer naar thema A-B-C. Het laatste thema A loopt weer in gebroken vorm, nu door twee hoorns gespeeld. Een tamelijk uitgebreid coda besluit deze sinfonia. - BEREND GILTAY