gerelateerde werken
Kosmochromie II : 1974, strijkkwartet, kamerorkest, tape ad lib. / Berend Giltay
Genre:
Orkest
Subgenre:
Twee of meer verschillende solo-instrumenten en orkest; Orkest met multimedia
Bezetting:
0200 2000 str(6.6.3.3.2.) (tape ad lib.) 2vl-vla-vc-solo
Blues : Cantate 2, for orchestra, 1999 / Hans Koolmees
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
5555 sax-s 4441 6perc hp 2pf str
Symphony Nº 3 : for orchestra / John Borstlap
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
2fl 2ob 2cl bcl 2bsn dbsn 4hn 2tpt timp str
Antifona dell'Aja : per orchestra / Jurriaan Andriessen
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
3333 4440 timp 4-5perc hp pf str
compositie
Sinfonia - piccola : (1962), per orchestra / Berend Giltay
Overige auteurs:
Giltay, Berend
(Componist)
Bevat:
Adagio
Andante (funèbre)
Finale (Presto)
Toelichting:
Program note (Dutch): Dit werk werd gecomponeerd met de bedoeling het te laten spelen door jeugd- of amateur-symfonieorkesten; het heeft zich intussen ook een plaats veroverd op de programma's van beroeps-symfonieorkesten. De orkestbezetting is klein: dubbel bezette houtblazers zonder fagotten, één hoorn, pauken, slagwerk en strijkorkest.
Het eerste deel begint met een langzame inleiding, waarin het eerste thema van het hieropvolgende 'Allegro con spirito' aangeduid wordt. Dit eerste markante thema wordt in het zo even genoemde allegro con spirito door de hoge strijkers en hoorn gespeeld. Het tweede thema heeft een lento-achtig karakter en wordt door de hobo geïnterpreteerd. Na een korte doorwerking volgt de reprise.
In het tweede deel, Andante, wisselt het zacht beginnende strijkorkest af met een hobo/ klarinetsolo en gecombineerde blazersklanken van piccolo, fluit, hobo's en klarinetten.
Het laatste deel, Finale - presto, is een uitbundig stuk muziek. De kenmerkende eigenschappen van dit deel zijn: een steeds terugkerend rondothema, gedragen door motorische zestiende-figuren in de strijkers, afgewisseld door een lichtvoetig walsachtig thema, dat ritmisch door twee klarinetten en fluit wordt begeleid. Als midden- of tussenstuk fungeert een Lento, waarin uit een verstilde strijkersklank een hobosolo opstijgt. Plotseling weerklinken dan weer in forte de motorische zestiende-figuren van de strijkers, gevolgd door een korte doorwerking, waarna als reprise het rondo-wals-rondothema terugkeert, waarmee het werk afsluit. - BEREND GILTAY