componist
Chiel Meijering was born in Amsterdam on June 15, 1954.
Education: He studied composition with Ton de Leeuw, percussion under Jan Labordus and Jan Pustjens and piano at the Amsterdam Conservatory ...
gerelateerde werken
24 capriccio's voor viool solo
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Viool
Bezetting:
vl
Fuga : flauto, oboe, violino, viola, organo, 1938 / Henk Badings
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Gemengd ensemble (2-11 spelers)
Bezetting:
fl ob org vl vla
Capriccio for Stan & Ollie : for 9 players, opus 11a, 1996 / Marijn Simons
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Gemengd ensemble (2-11 spelers)
Bezetting:
2ob cl-pic 2cl 2fg 2perc
Kassel '97 : Documenta X, for ensemble, 1997 / Louis Toebosch
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Gemengd ensemble (2-11 spelers)
Bezetting:
cl sax-a trb acc pf
compositie
Yellowstone below zero : for flute, percussion, piano and cello, 1988 / Chiel Meijering
Toelichting:
Program note (Dutch): In dit werk kon ik het niet nalaten de diverse muzikale associaties die ik kreeg bij de leden van het Maderna-consort (Abbie de Quant, Michaël de Roo, Frances-Marie Uitti en Ton Hartsuiker) te integreren. Als ik bij voorbeeld aan Harry Sparnaay denk, kampioen zwaargewicht op de basklarinet, dan doemt er een klankidioom voor mijn ogen (oren) op waarvan ik me tijdens het schrijven voor dat instrument maar moeilijk losmaken kan. In dit werk is het gelukkig niet zover gekomen, hoewel ik diverse moderne technieken en effecten heb gebruikt, zoals prepared piano (stukjes vlakgum tussen zes snaren geklemd), het gebruik van de strijkstok van een contrabas om gongs mee aan te strijken, het slaan op de kleppen van de fluit en het langzaam strijken met en zonder grote druk op de snaren van de cello. Het is toch een typisch Chiel-Meijering-stuk geworden, omdat de ingrediënten - virtuoos instrumentgebruik (snelle nootjes) gepaard aan lyriek in etherische passages en motorische erupties -
duidelijk aanwezig zijn. Zo weet ik ondanks gebruik van moderne effecten en technieken mijn eigen stijl (en integriteit) te bewaren. Het beeld dat me tijdens het schrijven van dit stuk op het netvlies gebrand stond, was het langzaam sterven van een grote bizon die door het ijs was gezakt, met op de achtergrond een landschap waar het sneeuwde, waar de contouren van bomen zichtbaar waren en waarin een vreemd licht viel. De eeuwigheid en de pijn van het sterven vervulden mij van verdriet en geluk tegelijkertijd. - CHIEL MEIJERING