gerelateerde werken
A cette heure du jour : for mixed choir a cappella, 1991-1992 / Ton de Leeuw
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor
Bezetting:
GK8
Trittico : per orchestra da camera, opus 105, 1978 / Lex van Delden
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
0200 2000 str
Symphony Nº 3 : for orchestra / Marijn Simons
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
2pic fl 2ob eh 2cl cl-b 2fg cfg 5h 3trp 3trb tb 4perc hp pf cemb str
Square : version for large orchestra / Roel van Oosten
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
4444 8532 timp 4perc 2hp str
compositie
Ombres : voor symfonieorkest, 1960/1961 / Ton de Leeuw
Overige auteurs:
Leeuw, Ton de
(Componist)
Toelichting:
Program note (Dutch): (Première: 7-10-1962 - Concertgebouw, Amsterdam - Concertgebouworkest o.l.v. Bernard Haitink) - In een vorig orkestwerk, de Mouvements rétrogrades, werd de muziek vergeleken met een ronddraaiend kristal dat aan zichzelf gelijk blijft, maar voortdurend andere lichtwaarden reflecteert. Dezelfde statische conceptie vinden we terug in het orkestwerk 'Ombres', maar nu met geheel andere formele middelen gerealiseerd. De bewegingen in de muziek zijn hier wellicht vergelijkbaar met de geheimzinnige, zichzelf in evenwicht houdende krachten van de natuur, en met haar wonderlijk complexe vormenwereld waarvan de wetmatigheden slechts langs de wegen der menselijke intuïtie benaderbaar zijn. De titel wil aangeven, dat de muziek, als menselijk geordende beweging, hiervan slechts een schaduwbeeld kan geven. Bovenstaande vergelijking heeft pas dan zin, als de achtergrond ervan belicht wordt. De weerspiegeling van buiten en boven de mens staande krachten houdt namelijk in dat de muziek ophoudt een
al te subjectieve expressie te zijn. Het ik van de kunstenaar treedt naar achteren. Niet de wilsacte, maar de overgave wordt primair, hetgeen een persoonlijk handschrift geenszins uitsluit. Deze conceptie is in strijd met die van de meeste muziek, die in de Europese concertzalen wordt uitgevoerd. Daarentegen is zij bepalend - om ons tot de levende muziek te beperken - voor de belangrijkste muziekculturen buiten Europa. Het is dan ook niet toevallig, dat naast een keuze uit seriële middelen enkele muziektechnische aspecten met name uit India een grote rol spelen. Het heeft weinig zin hierover in details te treden. Slechts zij nog vermeld dat het werk vier delen heeft, en dat voor de bezetting in principe is uitgegaan van het normale orkest, waarin echter ook een belangrijke plaats is toebedeeld aan slag- en tokkelinstrumenten. - TON DE LEEUW