gerelateerde werken
	
			Genre: 
		
		Vocaal
	
			Subgenre: 
		
		Zangstem en piano
	
			Bezetting: 
		
		low pf
	
Festival! : for chamber orchestra / Onno Krijn
	
			Genre: 
		
		Orkest
	
			Subgenre: 
		
		Orkest
	
			Bezetting: 
		
		fl ob cl fg h trp trb perc str
	
Hei, 't was in de mei : scherzo voor orkest / Willem Andriessen
	
			Genre: 
		
		Orkest
	
			Subgenre: 
		
		Orkest
	
			Bezetting: 
		
		3222 4331 timp 2perc hp str
	
Quaterni I per orchestra : (1979) / Jan van Vlijmen
	
			Genre: 
		
		Orkest
	
			Subgenre: 
		
		Orkest
	
			Bezetting: 
		
		2fl fl(pic fll-a) 2ob eh 3cl 2cl-b 4fg cfg 4h 3trp 4trb tb cymb mar man 2hp str(16.16.12.12.8.)
	
compositie
				Symphonie No. 1 : (1928) / Bertus van Lier
			
					
										Overige auteurs:
									
									
									Lier, Bertus van
									(Componist)
								
							
							Bevat:
						
						
						Molto tranquillo
						Lento
						Sostenuto (Resoluto)
						
							Toelichting:
						
						
						Program note (Dutch): Dit werk bestaat uit drie korte delen, die onderling ten nauwste verband houden. De eerste maat is de ritmische kiem van het werk. Het is een driedelig ritme, dat in de loop van het stuk vierdelige betekenis krijgt. Het stuk wordt door twee hoofdthema's gedetermineerd; er treden nog twee bijkomstige motieven op, die van secundaire betekenis zijn. Deel I is driedelig: alle gegevens worden dadelijk geƫxposeerd; in de doorwerking worden zij nader ontwikkeld. Het hoogtepunt van dit deel valt aan het einde, waar beide hoofdthema's gelijktijdig en gecombineerd met de beide motieven optreden. Deel II is eveneens driedelig. Hier valt evenwel het zwaartepunt in het solistische middenstuk, dat een nieuwe bewerking van de gegevens brengt; het wordt voorafgegaan door een kort tutti en door een soortgelijk deel besloten. Deel III kan men beschouwen als een verdere uitwerking van deel I, waardoor deel II de betekenis van Intermezzo krijgt. De finale begint met een korte inleiding van 9 maten.
Het vervolg is weer driedelig, elk onderdeel bestaande uit een voor- en nazin. De voor- en nazin van het tweede onderdeel zijn tegenstellingen; in de nazin zetten 3 trompetten een cantilene in. Aan het einde van deel III treden drie- en vierdelige vorm van het aanvangsritme gelijktijdig op. Dit is het hoogtepunt van het gehele werk. - BERTUS VAN LIER