gerelateerde werken
Chant d'après l'Ode : une monodie pour flûte seule, (1981 / 1984) / Enrique Raxach
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Fluit
Bezetting:
fl
Metanoia : for symphony orchestra / Willem Jeths
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
2fl 2ob 2cl 2fg 2h 2trp trb-t trb-b tb timp perc str
That's the way she Goes : for orchestra / Chiel Meijering
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
2222 4330 timp 2perc hp str
compositie
Am ende des Regenbogens : für Orchester, 1980 / Enrique Raxach
Overige auteurs:
Raxach, Enrique
(Componist)
Toelichting:
Program note (Dutch): Deze nieuwe compositie is het derde en tevens laatste deel van een orkestcyclus die ik op het ogenblik niet beter dan met 'Aardse trilogie' zou kunnen aanduiden. Het werk vat de structurele principes samen van de twee voorafgaande delen, echter zonder te trachten een soort synthese samen te stellen en ook zonder muzikale gegevens van beide stukken te verwerken (met uitzondering van het begin van 'Erdenlicht', dat plotseling ergens in de tweede helft van 'Am Ende..' verschijnt). Wel zijn er enkele verwijzingen die voor een zekere eenheid zorgdragen, zoals b.v. sommige passages in de strijkers en de koperblazers. In mijn toelichting op 'Erdenlicht' heb ik indertijd uiteengezet hoe dit werk zich tijdens het componeren ontwikkelde tot een soort tegenhanger van 'Figuren in einer Landschaft'. Wat hierin een gespannen sfeer van roepen, vragen en dwalen was, is in 'Erdenlicht' een diffuse, zeer afgelegen sfeer, waarin wazige gestalten zich bewegen, zich langzaam concretiseren en
plotseling afdwalen in verlatenheid en onrust. Er zijn dus twee aspecten van hetzelfde muzikale onderwerp die niet zozeer tegenhanger zijn in hun essentie, als wel in de aard van hun muzikale verschijning. 'Figuren in einer Landschaft' wordt geheel beheerst door een veelheid van muzikale 'figuren', die elkaar beïnvloeden en vanuit zichzelf veranderen binnen een compositorisch proces, waarin alle ontwikkelingen scherp afgetekend worden, terwijl 'Erdenlicht' eerder wordt gekenmerkt door een globale 'visie', op de vormen en structuren zowel als op hun akoestische verschijning. In het ene werk is men dus midden 'in' het muzikale gebeuren, terwijl men dit in het andere 'van buitenaf' waarneemt. Daar de laatste maatstreep van 'Erdenlicht' nog andere benaderingen van het onderwerp openliet, nam ik toen meteen al het besluit een derde deel te componeren. De opbouw van 'Am Ende..' verschilt aanmerkelijk van de twee voorafgaande: door het opnieuw teruggrijpen op de uit de film bekende
'flashbacktechniek', 0 zoals ik die ooit in 'Syntagma' (1965) toepaste, was het mogelijk de chronologische opbouw die typerend is voor 'Figuren' en 'Erdenlicht' te vervangen door een andere structuur: de muzikale gegevens worden niet meer van A tot Z ontwikkeld, maar in een soort aards krachtenveld tegelijkertijd met een duister verleden en iets van een voorgevoel geconfronteerd - en dat alles binnen circa 25 minuten. De eenheid van het werk wordt gewaarborgd door een harmonisch raster bestaande uit overmatige en verminderde akkoorden, waaruit de kiemcellen voorkomen (zie b.v. de eerste vier noten van de partituur). De titel 'Am Ende des Regenbogens' heeft enerzijds betrekking op het allereerste idee van de compositie, anderzijds op een legende over elfen en kabouters die lang geleden wegtrokken omdat zij niet meer welkom waren. Zij gingen weg met medeneming van hun niet meer begrepen wetenschappen (meestal magie genoemd) en zij vertrokken op hun eigen manier, op zoek naar een
vriendelijker wereld, ergens aan het einde van de regenboog. Eigenlijk gaat het om de onvermijdelijke botsing tussen de werelden van de fantasie en die van verlichting en nuchterheid. Aan de luisteraar de vraag wat dit te maken heeft met kunst (waaronder muziek) en maatschappij. - ENRIQUE RAXACH