gerelateerde werken
Abschied : symphonische Dichtung, für grosses Orchester, 1973 / Reinbert de Leeuw
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
2fl 2fl(pic) 4ob 4cl cl-b 2sax 8h 5trp 4trb 2tb-b timp perc 2hp pf str
Canto continuo : voor symfonieorkest, 1988 / Henk Keizer
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
3221 4430 2timp 2perc str
Mikhail (Who is like unto God?) : for violoncello and symphony orchestra / Katia Tiutiunnik
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
2fl 2ob 2cl 2bsn 4h 2tpt 2trb tb perc hrp vc-solo vl1-2 vla vc db
Ouverture "Con Brio" : voor orkest / Hans Lachman
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
2322 4331 timp perc str
compositie
Abschied : symphonische Dichtung, für grosses Orchester, 1973 / Reinbert de Leeuw
Overige auteurs:
Leeuw, Reinbert de
(Componist)
Toelichting:
Program note (Dutch): [Première: 11-05-1974 - Rotterdams Philharmonisch Orkest o.l.v. Edo de Waart] - Abschied is een stuk waaraan ik meer dan drie jaar bezig ben geweest, maar het is iets dat ik altijd al eens had willen schrijven. Het is geschreven voor een gigantisch symfonieorkest met een volkomen conventionele bezetting, afgezien van piano en saxofoons die erin voorkomen. Verder ook geen eigenaardige behandeling van instrumenten of nieuwe technieken of zo. Het is wel een stuk dat voortdurend uit zijn voegen loopt, het is een permanent soort razernij. Als je de partituur ziet, die begint op pagina 1 en eindigt op pagina 82 en iedere bladzijde ziet zwart van de noten. Het moet in een buitengewoon hoog tempo gespeeld worden, alles is zeer compact. Dat zal het moeilijk uitvoerbaar maken: het is zeer virtuoos voor iedereen. De idee erachter is een beetje een literair idee, daarom heb ik het stuk dan ook een literaire titel gegeven, die verwijst naar de Duitse romantiek, de periode van de Symphonische
Dichtung. Dat is ook de ondertitel van het stuk. Het heeft ook die overdrevenheid, overdreven in expressie, overdreven in agressiviteit. Daar voor kies je dan ook een middel als een symfonie-orkest in de vorm zoals ik het hier gehanteerd heb, volkomen 19e eeuws, laat-romantisch, zonder dat er overigens laat-romantische middelen in voorkomen, op een te verwaarlozen onderdeel na. Het is bijna overal homoritmisch, het hele orkest tegelijkertijd, of twee groepen die tegenover elkaar zitten. Wat dat betreft is het een beetje Strawinskiaans, het refereert hier en daar aan de Sacre, als model. - REINBERT DE LEEUW