componist
Ton de Leeuw (16 november 1926, Rotterdam) ontwikkelt zich tot één van de belangrijkste Nederlandse componisten van de 20ste eeuw. Zijn vroege inspiratiebronnen zijn Béla Bártòk en Willem Pijper. Na ...
gerelateerde werken
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Piano
Bezetting:
pf
Symfonie : op. 46 / uitgegeven en ingeleid door Jan ten Bokum, Johannes Verhulst
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
2222 2230 timp str
Symphonie no. 1 : opus 21 / Rudolf Koumans
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
2222 2200 timp perc hp str
Genre:
Orkest
Subgenre:
Orkest
Bezetting:
Orchestra
compositie
Spatial music / Ton de Leeuw
Toelichting:
Program note (Dutch): (Première: 4-5-1967 - Amsterdam - Amsterdams Studenten Kamerorkest o.l.v. Jan Vriend).
Spatial Music I gaat uit van een totaal andere relatie tussen ruimte en klank dan tot dan toe gebruikelijk was. De ruimtelijke splitsing van het orkest dient niet slechts tot een betere profilering van de klank, maar bepaalt diepgaand de structuur van de muziek zelf. Dit gebeurt als volgt: 32-48 spelers zijn geheel over de zaal verdeeld, en verspreid tussen het publiek opgesteld. Zij vormen een collectiviteit van zelfstandige individuen, die zowel afhankelijk als bijna volledig onafhankelijk van elkaar musiceren. De keuze der instrumentalisten, evenals hun aantal (tussen 32 en 48) wordt bepaald door de dirigent. De partijen zijn daarom niet gebonden aan een bepaald instrument, maar daarentegen aan de plaats die de speler in de betreffende uitvoeringsruimte inneemt. Het is deze plaats, die bepalend is voor datgene dat de speler te spelen heeft. De ruimte is hiermee een essentieel bestanddeel van de muzikale structuur geworden.
Verder speelt een sterk ornamentale, flexibele speelwijze, verwant met bepaalde Aziatische muziekpraktijken, een grote rol. Het is deze speelwijze die - met de ruimtelijke spreiding - verantwoordelijk is voor de totaal nieuwe orkestklank van dit werk.
De vorm behoort tot het wat de componist noemt mobiele-gesloten type, waarbij, ondanks de grote mate van ongedetermineerdheid der samenklank, herkenbare en gefixeerde elementen zorgen voor een blijvende karakteristiek van de muzikale vorm, ook bij overigens zeer verschillende heruitvoeringen. De tijdsstructuur van het werk is echter minutieus vastgelegd: het is de bedding waarin dit simultaan, onafhankelijk musiceren verloopt. Er is geen partituur. Verkrijgbaar zijn slechts de partijen, benevens een technische toelichting voor de spelers en dirigent. - TON DE LEEUW