gerelateerde werken
24 capriccio's voor viool solo
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Viool
Bezetting:
vl
Sonatine IV : voor piano, opus 36 / Leon Orthel
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Piano
Bezetting:
pf
Relations : two pianos, 1978 / Wim de Ruiter
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Piano
Bezetting:
2pf
Sonate : piano solo, 1975 / Johan Borstlap
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Piano
Bezetting:
pf
compositie
Gedoogzone : for two pianos, 1988 / Chiel Meijering
Overige auteurs:
Meijering, Chiel
(Componist)
Toelichting:
Program note (Dutch): (Première: 20-1-1989 - Kleine zaal Concertgebouw, Amsterdam - Wyneke Jordans en Leo van Doeselaar). In mijn vakantie werkte ik een tiental boeken door. Analyses over het werk van Bartók, Stravinsky, Ravel, Schönberg, Webern en Boulez. Het was onvermijdelijk dat deze opgedane informatie zijn neerslag zou hebben in het eerstvolgende stuk waaraan ik begon na de vakantie, namelijk Gedoogzone. De titel slaat op de gedachte hoever je kunt gaan in het je laten beïnvloeden door anderen: waar ligt de grens en wat gedoog je. (Een andere reden voor de titel is die andere gedoogzone waar je als Amsterdammer wel 'ns mee geconfronteerd wordt). De verschillende invloeden laten zich als volgt herkennen. Bartók door het gebruik van de Gulden snede. Gedoogzone is qua vorm tot op de millimeter gebaseerd op deze verhouding: het inzetten van thema's of nieuwe gebeurtenissen, zelfs ritmische gegevens. Stravinsky's invloed lag meer in de behandeling van thematisch materiaal zoals bijvoorbeeld het
kruisen van twee thema's met elkaar, zodat een geheel nieuw thema ontstaat. Ravels invloed in de pianistische schrijfwijze en virtuositeit, en in de verfijning die mijns inziens kenmerkend was voor Ravels schrijfwijze: eindeloos schaven en perfectioneren. Schönberg in het gebruik van hexachorden (zestoonreeksen), Schönberg maakte vaak gebruik van hexachorden die elkaars spiegelbeeld zijn en tezamen een twaalftoonreeks vormen. Het openingsthema, 'n toccata-achtig motief, is gebaseerd op een chromatische reeks van zes tonen. De bas die twee maten later inzet complementeert de twaalftoonreeks met de andere zes. De invloed van Webern was nihil en die van Boulez meer in een "zich afzetten" tegen. Dus wél octaven en toonherhaling, en vormen van "tonaliteit" niet schuwen. - CHIEL MEIJERING