gerelateerde werken
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Piano
Bezetting:
pf
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem en instrument(en)
Bezetting:
sopr fl ob cl fg h 2vl vla vc cb
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem en instrument(en)
Bezetting:
sopr fl(pic) ob(eh) cl fg h pf vl vla vc cb
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Zangstem en instrument(en)
Bezetting:
voice fl ob ob-am cl fg h hp vl
compositie
Longing for the emperor : (Intervals III), 5 songs on old Japanese texts, for soprano, clarinet, mandoline, viola, guitar, double-bass and percussion, 1980-1981 / Joep Straesser
Overige auteurs:
Straesser, Joep
(Componist)
Bevat:
Empress Iwa No Hime
Empress Saimei
Princess Oku
Princess Niu
A court lady
Toelichting:
Program note (Dutch): Wanneer een componist binnen anderhalf jaar twee liederencycli schrijft ligt het voor de hand die met elkaar te vergelijken. Legt men het op oud-Egyptische teksten gecomponeerde Nimm dir etwas Schönes en Longing for the Emperor naast elkaar dan vallen er een groot aantal verschillen op waarvan ik er hier enkele zal noemen. Nimm dir etwas schönes is geschreven voor sopraan, klarinet, viool en piano en bestaat uit zeven liederen die, hoewel in één duidelijk idioom gecomponeerd, onderling sterk verschillend zijn. Longing for the Emperor is geschreven voor een groter aantal instrumenten die te zamen een vrij ongebruikelijke combinatievormen - overigens eveneens voor sopraan - en bestaat uit vijf liederen die onderling zo sterke overeenkomsten vertonen dat men haast van één, uit vijf delen bestaande compositie zou kunnen spreken.
Vertoont Nimm dir etwas schönes een quasi naief karakter, weinig polyfonie, zeer directe en duidelijke metrieken en verklankt het op een heel duidelijke en directe wijze verschillende emoties, Longing for the Emperor laat daarentegen een heel ander karakter zien dat veelmeer wordt gekenmerkt door complexiteit en verfijning, een veelvuldig gebruik van polyfone complexen, vagere metriek, complexe ritmieken en een emotionele sfeer die wordt gekenmerkt door één overheersende gemoedstoestand: het verlangen naar de geliefde afwezige Keizer, waarbij die afwezigheid in Lied 1 en 2 van tijdelijke en in 4 en 5 door de dood van definiteve aard is. Lied 3, centrum van het stuk, en in hoofdzaak een instrumentale uitwerking van de in de tekst aangeduide situatie, verklankt de twijfel: "Zal hij het er levend afbrengen?"
In één zaak stemmen beide cycli duidelijk overeen: beide zijn moeilijk uitvoerbaar, vragen veel van de zangeres en stellen zeer hoge eisen aan de instrumentalisten, vaak in individuele zin, maar vooral in ensemble-technisch opzicht. - JOEP STRAESSER