componist
Hoewel Jurriaan Andriessen tot de generatie van muziekvernieuwers als Pierre Boulez en Karlheinz Stockhausen behoort, vormen Franse componisten van voor de oorlog zijn belangrijkste voorbeelden. Jurriaan Andriessen schrijft een omvangrijk ...
gerelateerde werken
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Piano
Bezetting:
pf
Élégies : pour quatre flûtes et orchestre, 1967 / Hans Henkemans
Genre:
Orkest
Subgenre:
Fluit en orkest
Bezetting:
2ob eh 2cl cl-b 2fg cfg 4h 3trp 3trb tb timp perc cel hp str 4fl-solo
¿Te acuerdas? Concerto Nº 2 : for flute and orchestra / Michael Fine
Genre:
Orkest
Subgenre:
Fluit en orkest
Bezetting:
fl-solo 2fl 2ob 2cl 2fg 2h 2tpt timp str
Concerto : per flauto ed orchestra, opus 85, 13-IV-1965 / Lex van Delden
Genre:
Orkest
Subgenre:
Fluit en orkest
Bezetting:
0222 2100 timp perc cel str(8.8.6.5.3.) fl-solo
compositie
Concerto : per flauto e orchestra / Jurriaan Andriessen
Bevat:
Allegro
Lento
Allegro scherzando
Toelichting:
Program note (Dutch): Het fluitconcert werd gecomponeerd in 1951 te New York en aldaar op 21 juli voltooid; in 1952 werd het werk georkestreerd. Het eerste deel van dit concert brengt het hoofdthema na een korte inleiding, overgenomen door de fluit. Het tweede thema verschijnt in het solo-instrument begeleid door geritmeerde strijkers. In de doorwerking voeren motieven van het eerste thema tot een grote climax, waarna de reprise het eerste thema in de hobo laat horen. Het tweede thema brengt hier de climax, die de korte coda voorafgaat. Het tweede deel is gebouwd op drie thema's: het eerste een coloratuurachtige passage van de fluit tegen gedempte strijkers, het tweede, een melodie van gebroken akkoorden in de fluit tegen hoorns en celli en het derde, een zangerig thema wederom van de fluit en later ontwikkeld door het gehele orkest. Het laatste deel, een Rondo, begint met een orkestrale inleiding, waarna de fluit het rondo-thema brengt. Een spichtig tweede thema wordt ook geïntroduceerd door de fluit
en herhaald door het orkest. Een derde thema verloopt in een dialoog tussen solist en orkest. Het middendeel is een doorwerking van het derde thema van het Lento, waarna het rondo-thema weer verschijnt in piccolo en trompet, overgenomen door de klarinet. Na een reprise van de meest belangrijke thema's voert een laatste climax naar de coda, die pianissimo het werk afsluit.