gerelateerde werken
L' indifférent : pour quatuor à cordes / Hendrik Andriessen
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Strijkkwartet (2 violen, altviool, cello)
Bezetting:
2vl vla vc
When the Bell blew up : Version for 2 flutes and string orchestra / Chiel Meijering
Genre:
Orkest
Subgenre:
Fluit en strijkorkest
Bezetting:
2fl str
Tema con sei variazioni : in modo cabalistico, per orchestra e flauto obligato, 1976 / Piet Ketting
Genre:
Orkest
Subgenre:
Fluit en orkest
Bezetting:
0332 4440 timp perc cel hp str fl-solo
Mutant Necromancer Nights : version for flute and string orchestra / Chiel Meijering
Genre:
Orkest
Subgenre:
Fluit en strijkorkest
Bezetting:
fl str
compositie
Variaties op een thema van Couperin : voor fluit met begeleiding van strijkorkest en harp, 1944 / door Hendrik Andriessen
Overige auteurs:
Couperin, Francois (1668-1733)
(Op een thema van)
Andriessen, Hendrik
(Componist)
Toelichting:
Program note (Dutch): Dit werk bestaat uit een Inleiding, Thema, 5 Variaties, een Fugato en een Coda. Het thema is ontleend aan het clavecimbelstuk La Basque van François Couperin (1668 -1733). De variaties zijn vrije fantasieën over motieven van het thema, waarbij maatsoort en tempo telkens veranderen. Evenals in de 'Kuhnau-variaties' voor strijkorkest is hier sprake van een zekere vermenging van oude en nieuwe stijlelementen, maar de aansluiting bij het oude is hier groter. Inleiding, Andante tranquillo: deze bestaat slechts uit 12 maten (harp en strijkers). Thema, Allegretto (A tot C): dit heeft het karakter van een Siciliano en is hier bewerkt voor fluit met strijkers, zonder contrabassen. Variatie I, Andante maestoso, C: het verband met het thema wordt hier pas duidelijk bij de inzet van de fluit (D). Variatie II, Allegro, G: was de vorige variatie door zijn statig ritme verwant met Sarabande en Chaconne, bij deze zou men aan Gavotte en Bourée kunnen denken. Ook hier is het de fluit die bij H de
relatie tot het thema laat uitkomen. De melodie wordt onder andere door gebruikmaking van de zes-tonige ladder (hele toonladder) gevarieerd. Variatie III, Andante grave, L-4: een statig intermezzo, afwisselend in 4/4 en 3/4 maat. Variatie VI, Allegro, Q: de 4/4 maat gaat dadelijk over in een 3/4; deze variatie, waarin nu en dan de aanvang van het thema bijna letterlijk wordt geciteerd, heeft het karakter van een Wals. Variatie V, Adagio, T: dit is weer een zeer vrije fantasie, een lyrisch, mediterend intermezzo. Bij X begint een fugato, waarvan het thema de omkering is van de bas van het oorspronkelijke thema; (Ee-6) sluit het werk met herinneringen aan Variatie I en IV af. - HENDRIK ANDRIESSEN