componist

Straesser, Joep

Joep Straesser geldt als een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de generatie die rond 1960 het beeld van de nieuwe muziek in Nederland hielp bepalen. De grote lijn in de ...

gerelateerde werken

Neue Niederländische Klaviermusik : = Contemporary Dutch piano music, Heft 1 = Book 1 / mit Werken von = containing works by J. Andriessen, R. du Bois, G. Janssen ... [et al.], herausgegeben von = edited by Ton Hartsuiker

Genre: Kamermuziek
Subgenre: Piano
Bezetting: pf

ShhBang : for alto saxophone and ensemble, 1996 / Chiel Meijering

Genre: Orkest
Subgenre: Saxofoon en groot ensemble
Bezetting: 0100 3sax 0220 2perc el.g g-b pf(ampl.) org/synth sax-a-solo

Cartastraccia : for soprano saxophone and instrumental ensemble, 1984 / Dolf de Kinkelder

Genre: Orkest
Subgenre: Saxofoon en groot ensemble
Bezetting: 1210 sax 1110 mar(vibr) hp pf(cel) 2vl vla vc cb sax-s-solo

Soit que l'abîme : opus 19, pour saxophone alto solo, quatuor de saxophones et percussions, 1983 / Leo Samama

Genre: Orkest
Subgenre: Saxofoon en groot ensemble
Bezetting: 4sax 8perc 4mar sax-a-solo

 

compositie

Winterconcerto : for soprano saxophone and orchestra, 1984 / Joep Straesser

Uitgever: Amsterdam: Donemus, cop. 1984
Uitgavenummer: 06333
Genre: Orkest
Subgenre: Saxofoon en groot ensemble
Bezetting: 2222 2220 3perc hp 14vl 4vla 4vc 2cb sax-s-solo
Bijzonderheden: In opdracht van het Fonds voor de Scheppende Toonkunst. - Opgedragen aan Ed Bogaard. - Tijdsduur: ca. 18'
Tijdsduur: 18'00"
Compositiejaar: 1984
Status: nog niet gedigitaliseerd (verwachte levertijd 14 dagen)

Toelichting:
Program note (Dutch): Een foto van een landschap, gemaakt in de zomer en een half jaar later vanuit precies hetzelfde punt nogmaals genomen in de winter als er sneeuw ligt, geeft een fascinerend beeld van zowel verandering als onveranderlijkheid. Eenzelfde beeld wordt opgeroepen wanneer men twee portretten bekijkt van hetzelfde gezicht, door dezelfde schilder geschilderd, met een tussenpoos van twintig jaar. De fascinatie waarvan in dit soort situaties sprake is, wordt veroorzaakt doordat men de tijd als het ware betrapt op zijn werking. Deze werking wordt zichtbaar gemaakt.
Het Winterconcerto voor sopraansax en orkest is een poging de werking van de tijd hoorbaar te maken. Het stuk werd namelijk opgezet als antipode van het Summerconcerto voor hobo en kamerorkest uit 1967, als ging het om een foto die het winterse beeld herhaalt van een zomers landschap zestien jaar geleden. Foto's of schilderijen kan men echter naast elkaar houden; bij composities is dat moeilijker en gaan vergelijkende beschouwingen alleen op als men beide stukken goed kent en liefst met behulp van de partituren kan verduidelijken. Tenzij men beide werken achter elkaar zou uitvoeren, waardoor overeenkomsten en verschillen voor een publiek enigszins duidelijk zouden worden, blijft een dergelijke onderneming eigenlijk vooral voor de componist zelf interessant. Wanneer ik een poging doe om een zeer beknopt verslag uit te brengen van mijn ervaringen, dan zou ik het volgende moeten zeggen:
De belangrijkste overeenkomst tussenbeide werken is - afgezien van de identieke orkestbezetting - de gelijke verhouding tussen solist en orkest, die als gelijkwaardige partners tegenover elkaar staan en het in muzikaal opzicht zowel eens als oneens kunnen zijn.
De belangrijkste verschillen, die overigens ingrijpender en groter in aantal zijn dan ik, toen ik aan deze onderneming begon, vermoedde, zijn:
1. Het verschil in tijdsduur: Winterconcerto - 18', Summerconcerto - 11'.
2. Het verschil in vorm: grotere complexiteit in de zin van relaties tussen gebeurtenissen op grotere afstand en tendensen in de richting van muzikale ontwikkeling, tegenover een eenvoudige kettingvorm als een statische conceptie.
3. In het Winterconcerto is sprake van veel hechtere materiaalverbanden, zowel tussen de verschillende onderdelen van het werk als met betrekking tot de verhouding tussen solist en orkest, dan in het Summerconcerto het geval is.
4. Enkele belangrijke gegevens worden door de solist in een op zich op de 'klassieke' plaats bevindende cadens nog eens gerecapituleerd. Het Summerconcerto kent geen cadens.
5. Waar in het Summerconcerto voornamelijk sprake is van een 'abstract' spel van lijnen en vlakken, is er in het Winterconcerto bovendien sprake van een 'doorstoten' naar materiaaltypen waarbij men zoal niet van thema's dan toch zeker van duidelijk herkenbare en ten opzichte van elkaar contrasteren de gegevens zou moeten spreken.
6. Het Summerconcerto begint onmiddellijk, valt zogezegd met de deur in huis; het Winterconcerto bezit een in langzamer tempo verlopende inleiding voor koper en slagwerk waarin basismateriaal in 'ruwe' vorm wordt geëxposeerd.
7. Waar de hele manier van componeren in het Summerconcerto gekarakteriseerd zou kunnen worden als een 'al-frescotechniek', waarbij details veelal worden opgeofferd aan het grote geheel, is er in het Winterconcerto voortdurend sprake van een tot in de kleinste details uitgecomponeerd totaal, waarbij weinig meer aan het 'toeval' wordt overgelaten.
Zou men beide werken na elkaar beluisteren, dan zou zeker geconcludeerd moeten worden dat, hoewel de herinnering aan het zonnige landschap van het Summerconcerto in het Winterconcerto niet geheel afwezig is - er zijn zeker bomen blijven staat, al zijn ze dan gegroeid -, de veranderingen die het muzikale landschap onder invloed van de werking van de tijd heeft ondergaan aanzienlijk en ingrijpend zijn. - JOEP STRAESSER

Interesse
Heeft u interesse om dit werk aan te schaffen? Laat ons dit dan vrijblijvend weten zodat we dit werken met voorrang kunnen digitaliseren.
Naam
E-mail