componist
Het werk van Peter-Jan Wagemans behoort tot de Rotterdamse School, samen met dat van Otto Ketting en Klaas de Vries. In een gesprek met Emile Wennekes omschrijft Wagemans de Rotterdamse ...
gerelateerde werken
24 capriccio's voor viool solo
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Viool
Bezetting:
vl
Concert voor viool met begeleiding van orkest / Jan Pouwels
Genre:
Orkest
Subgenre:
Viool en orkest
Bezetting:
2222 3230 timp perc str vl-solo
Scenes : for violin and orchestra, 1987 / Ton Lambij
Genre:
Orkest
Subgenre:
Viool en orkest
Bezetting:
2222 2200 timp str vl-solo
Antiparathesis : for solo violin and orchestra, 2001/2002 / Dimitris Andrikopoulos
Genre:
Orkest
Subgenre:
Viool en orkest
Bezetting:
pic fl fl(pic) 2ob eh 2cl cl-b 2fg cfg 4h 3trp 3trb tb perc hp cel(pf) str(22.10.8.0.) vl-solo
compositie
Romance : voor viool en orkest, opus 17, 1981 (rev. 1983) / Peter-Jan Wagemans
Bevat:
Andante, dolce
Andante cantabile
Allegro
Moderato
Toelichting:
Program note (Dutch): [Première: 6 februari 1982 - Jaring Walta, Residentie Orkest o.l.v. Ronald Zollman] - Aanleiding tot het schrijven van de Romance was een klein 45-toeren grammofoonplaatje, dat ik in een zaak voor tweedehands grammofoonplaten vond. Erop stond de Romance in G en F voor viool en orkest van Ludwig van Beethoven. Onmiddellijk had ik zin zelf zo iets te maken, maar dan groter van opzet, bijna overdreven lyrisch en filmmuziekachtig, met een klein knipoogje naar de luisteraar. De solovioolpartij moest voortdurend in het hoge register van het instrument liggen om zo de ijle en zeer lyrische atmosfeer op te roepen. De behandeling van het orkest moest meer zijn dan een begeleiding van de solist, maar zelfstandig muzikaal materiaal kunnen behandelen, zodat de viool vaak zijn hooggestemde cantilenen begeleidend tegen het orkest speelt. Vervuld van deze plannen maakte ik in januari en februari 1981 het eerste en tweede deel. Gaandeweg merkte ik echter dat er op mijn Romance als het ware
kleine zwarte vlekjes waren ontstaan. Aan het begin van de eerste en tweede Romance wordt de vioolsolo een aantal malen onderbroken, in de eerste Romance door een lage noot, gespeeld door de tuba en fagotten, in de tweede Romance door een zich steeds herhalend blokakkoord. De enigszins ironische opzet van mijn muziek had er een tweede aspect bij gekregen, de Romance groeide uit tot een klein 'Drama ohne Worten' en ik besloot, dat dit minidrama zijn hoogtepunt moest vinden in het vierde deel. Dit deel heeft drie themagroepen. Het eerste is het blokakkoord uit het tweede deel, nu geritmiseerd en onderbroken door een woedende trombonepassage (barbaro). De eerste themagroep wordt onderbroken door de tweede groep die voornamelijk uit een lang aangehouden reine kwint bestaat. Dit interval is een van de belangrijkste uitgangspunten van het eerste deel. Later wordt aan deze kwint nog de vioolsolo toegevoegd als een soort herinnering aan de eerste Romance. Het derde thema wordt gevormd door een
koraal dat geheel in de blazers ligt. Hierna volgt een dramatische strijd tussen de eerste en tweede themagroep, waarbij de eerste de overwinning behaalt.Het slot is weer voor het koraal waarin de vioolsolo - die in het vierde deel maar twee korte solo's te spelen heeft - nog enige vergeefse pogingen doet de atmosfeer van de twee Romance-delen te herwinnen. Het derde deel vormt een overgang tussen de echte Romance-delen en het vierde, dramatische deel. Het eerste gedeelte van dit stuk is snel, scherzo-achtig (met ook hier tweemaal een onderbreking). Het tweede gedeelte, beginnende met de vioolsolo, is langzaam, waarna de snelle en langzame muziek zich geleidelijk aan met elkaar vermengen. - P.-J. WAGEMANS