gerelateerde werken
Atlantische dansen : voor piano en klein orkest, (1955) / Henk Badings
Genre:
Orkest
Subgenre:
Piano en orkest
Bezetting:
1121 1220 perc str pf-solo
Memories : for viola & string orchestra / Bernard van Beurden
Genre:
Orkest
Subgenre:
Altviool en strijkorkest
Bezetting:
vla str
Ziganette : for viola solo and strings / Sonja Schwedersky
Genre:
Orkest
Subgenre:
Altviool en strijkorkest
Bezetting:
vla str
Viola Concerto : for viola and string orchestra / Michael Fine
Genre:
Orkest
Subgenre:
Altviool en strijkorkest
Bezetting:
vla-solo str
compositie
Concerto : for viola and string orchestra, 1965 / Henk Badings
Overige auteurs:
Badings, Henk
(Componist)
Bevat:
Delen: 1. Quasi lento
2. Adagio
3. Allegro molto
Toelichting:
Program note (Dutch): (Prermière: 12-7-1966 - Amsterdam - Joke Vermeulen, Nederlands Kamerorkest o.l.v. David Zinman). Het eerste deel heeft een langzame inleiding, waarin de solopartij in vage contouren het melodische materiaal van het concert aanduidt. Het snelle hoofddeel heeft een muzikantesk hoofdthema en een lyrisch neventhema. In het neventhema gaat de twaalftoonstemming over in de fijnere intervalschakeringen van de eenendertigtoonstemming. Deze melodie ontwikkelt zich tot triolenfiguren, die de perceptiegrens voor micro-intervallen overschrijden. Daar vindt ongemerkt de terugkeer tot de twaalftoonstemming plaats. Tegen het slot van het eerste deel wordt het door intervalvergroting getransformeerd hoofdthema in de solo-partij gecontrapunteerd tegen een transformatie van het tweede thema in het strijkorkest.
Het tweede deel, Adagio, heeft een driedelige vorm: ABA. Na inleidende flageoletfiguren brengt de solopartij de hoofdmelodie in het nasale timbre van de altviool-A-snaar, slechts begeleid door tweede violen en alten. De inzet van violoncellen en bassen leidt de middenepisode in. De terugkeer van de hoofdmelodie ligt in dubbelgrepen op de lage snaren van de solopartij. De donkere kleur hiervan blijft tot het Coda domineren.
Het laatste deel, Allegro molto, is een speels Rondo, vooral gekarakteriseerd door een polymetrische combinatie van 2/4 en 3/8 maat. Het Rondothema brengt bijvoorbeeld de 3/8 maat tegen een 2/4 in een deel van de begeleiding. In het contrapuntisch verwerkte, door veel voorslagen gekenmerkte, eerste neventhema overweegt de 2/4 maat. In het hoog op de E-snaar van de violen fanfaronerende tweede neventhema overweegt de 3/8 maat. Een in vioolpizzicati klinkend derde neventhema heeft 2/4 maat. In dit spel van combinaties van thema's en metra staat de solo-altviool steeds op de voorgrond. - HENK BADINGS