gerelateerde werken
Atlantische dansen : voor piano en klein orkest, (1955) / Henk Badings
Genre:
Orkest
Subgenre:
Piano en orkest
Bezetting:
1121 1220 perc str pf-solo
Dialogen en monologen : voor piano en orkest, opus 17 / Willem Frederik Bon
Genre:
Orkest
Subgenre:
Piano en orkest
Bezetting:
3233 1111 3perc str pf-solo
Suite : pour piano et orchestre, opus 31, no. 3A, (1987) / Luctor Ponse
Genre:
Orkest
Subgenre:
Piano en orkest
Bezetting:
2233 4331 6perc str pf-solo
Concert voor twee piano's en orkest : 2003 / Robert Heppener
Genre:
Orkest
Subgenre:
Piano en orkest
Bezetting:
pic 3fl 3ob 3cl cl-b 2fg fg(cfg) 4h 3trp 3trb tb perc str 2pf-solo
compositie
Concert : voor piano en orkest (1940) / Henk Badings
Overige auteurs:
Badings, Henk
(Componist)
Bevat:
Allegro
Adagio
Allegro vivace
Toelichting:
Program note (Dutch): In de zomer van 1939 ontstonden de schetsen van mijn pianoconcert. Het nader uitwerken van de partituur geschiedde ongeveer een jaar later. Het werk bestaat uit drie delen.
Het eerste deel, Allegro, is in de sonatevorm geschreven. Met een liggende noot in het orkest als achtergrond zet de piano het hoofdthema in, waarvan de motieven afwisselend door solo en orkest worden ontwikkeld. Het tweede thema wordt vrijwel geheel door het orkest gespeeld. In de piano verschijnt het slechts als epiloog van de expositie der thema's. In de doorwerking van het thematische materiaal komt de solopartij voortdurend op de voorgrond in een klankbeeld van hoekige ritmen en felle dynamische contrasten. De doorwerking eindigt met een tutti, waarin de orkestklank tot volle ontplooiing komt. Door de laatste golven van deze klankexpansie hamert de piano het hoofdthema heen, waarmee een gewijzigde herhaling van de expositie is ingeluid. Het eerste deel eindigt met een verstillende coda.
Het tweede deel, Adagio, wordt ingeleid door een haast improviserende cadens van de piano. Uit de pianoarabesken opklinkend, zet het orkest in en zingt het melodische hoofdthema van dit deel. De piano sluit hierop aan met enige alternatieven, die thematisch verband houden met het eerste deel. Daarna keert het hoofdthema in het orkest terug. Een korte epiloog besluit het Adagio.
Het derde deel, Allegro vivace, is in rondovorm geschreven. Na een heftige inleiding speelt de piano het lichtvoetige, scherzoachtige rondothema. Er volgen verschillende afwijkend episodes, doch telkens keert het rondothema, soms in gevarieerde gedaante, terug. Ook het uiterst lichte, schertsende slot wordt door het rondothema beheerst. - HENK BADINGS