gerelateerde werken

De Minnedeuntjes : twee liederen voor middenstem en piano / tekst: Joost van den Vondel, Piet Ketting

Genre: Vocaal
Subgenre: Zangstem en piano
Bezetting: medium pf

Das Lied von der Erde : Arrangement for tenor, alto (or baritone) and large chamber ensemble / Gustav Mahler; arranged by Henk Guittart

Genre: Vocaal
Subgenre: Zangstem en groot ensemble
Bezetting: 2zang fl/picc ob/eh cl h fg harm pf cel 2perc 2vn vla vc db

Von Hannenheim Lieder : for voice and ensemble, 1999 / on poems by Rainer Maria Rilke, Jenny Boese en Emil von Schönaich-Carolath, instrumentation by Geert van Keulen

Genre: Vocaal
Subgenre: Zangstem en groot ensemble
Bezetting: high 2023 1110 perc harm pf 2vl vla vc cb

The book of Indians : for soprano and ensemble, 1996 / [texts from The Indian's Book ; ed. by Natalie Curtis], Paul Termos

Genre: Vocaal
Subgenre: Zangstem en groot ensemble
Bezetting: sopr 1111 1010 perc pf 2vl vla vc cb

 

compositie

Vier gedichten van M. Nijhoff : voor een zangstem en 15 instrumenten, 1935 / Piet Ketting

Uitgever: Amsterdam: Donemus, cop. 1948
Uitgavenummer: 06966
Genre: Vocaal
Subgenre: Zangstem en groot ensemble
Bezetting: sopr-m 2230 0000 perc pf acc vl 2vla vc
Bijzonderheden: Voor mezzospraan, 2 fluiten (2e tevens piccolo), hobo, oboe d'amore, 2 klarinetten, basklarinet (of bassethoorn), accordeon, piano, slagwerker, viool, 2 altviolen en cello. - Tekst apart afgedrukt. - Opgedragen aan Berthe Seroen. - Tijdsduur: 17'
Tijdsduur: 17'00"
Aantal spelers: 16
Compositiejaar: 1935
Status: nog niet gedigitaliseerd (verwachte levertijd 14 dagen)

Overige auteurs:
Nijhoff, Martinus (Tekstdichter/librettist)
Ketting, Piet (Componist)
Bevat:
Twee reddeloozen
De schipper
Shakespeare's winteravondsprookje
Clown
Toelichting:
Program note (Dutch): (Première: 1936 - Amsterdam - Berthe Seroen met het Concertgebouw-Kamerorkest o.l.v. Eduard van Beinum). Ik heb getracht in dit werk de sfeer van ieder gedicht zo nauwkeurig mogelijk te volgen (waarbij in 1935 veel voorbereidend overleg tussen dichter en componist heeft plaatsgevonden) door toepassing van een uiterst gedifferentieerde en doorzichtige instrumentatie, veel korte voor-, tussen- en naspelen en het nauwkeurig bepalen van de manier waarop de zangstem moet worden gebruikt (poco cantando, cantando, non cantando, bouche fermée, parlando). De gedichten werden gekozen uit Nijhoffs gedichtencyclus 'Vormen.' De volgorde van de vier gedichten mag niet worden veranderd. De veelvuldig optredende halftinten, de vaak schemerige klanken en de weemoedige sfeer van de eerste drie klankgedichten monden tenslotte uit in het vierde lied: Clown. Men krijgt, als het ware, de gedichten niet te horen als 'gedicht' met alle specifieke eigenschappen daarvan, maar veel meer als 'ondertiteling'
van de sfeer der muziek, welke op haar beurt de inhoud van het gedicht nauwkeurig volgt. Zo kon het bijvoorbeeld gebeuren dat ik voor de twee laatste regels van het Clownslied (Ik leun op 't plein, waar de lantaren brandt, tegen den paal, en keur mijn daden goed) niet minder dan 25 maten nodig had. - PIET KETTING

Interesse
Heeft u interesse om dit werk aan te schaffen? Laat ons dit dan vrijblijvend weten zodat we dit werken met voorrang kunnen digitaliseren.
Naam
E-mail