gerelateerde werken
Atlantische dansen : voor piano en klein orkest, (1955) / Henk Badings
Genre:
Orkest
Subgenre:
Piano en orkest
Bezetting:
1121 1220 perc str pf-solo
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor en orkest
Bezetting:
recit alt ten bas GK4 3334 4332 3perc vibr hp pf str(0.13.10.8.)
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor en orkest
Bezetting:
recit 2sopr GK3 2222 sax-a 1110 2perc pf4h str
Lauda Sion Salvatorem : for soprano and tenor solo, mixed choir and orchestra / Israel Olman
Genre:
Vocaal
Subgenre:
Gemengd koor en orkest
Bezetting:
GK orch
compositie
Symphonie no. VI : (Psalmensymphonie), voor 4-8 stemmig gemengd koor en klein symphonieorkest, (1953) / Henk Badings
Overige auteurs:
Badings, Henk
(Componist)
Bevat:
Psalm 88
Psalm 70
Psalm 67
Psalm 150
Toelichting:
Program note (Dutch): (Première: 25 juni 1953 - Holland Festival, Rotterdam). De vier delen van deze symfonie vertonen een thematische verwantschap. De zich uit kleine terts en kleine seconde ontwikkelende motieven van de aanhef kan de toehoorder ook terugvinden in de drie themagroepen van het snelle hoofddeel, in het scherzo, in het trio, in het langzame derde deel en - gemodifieerd in grote secunde en grote terts - ook in het laatste deel. Het octaaf-sprong-motief, waarmee het snelle hoofddeel van de eerste psalm begint, vindt men ook elders terug. De thematische ontwikkelingsgang is aldus geweest: de koraalmelodie aan het einde van deel IV (melodie psalm 150) is alpha en omega van al het thematische materiaal. In muzikaal opzicht bestaat het eerste deel uit een in duistere tinten gehouden, langzame inleiding, gevolgd door een snel hoofddeel in sonatevorm met drie themagroepen. De eerste themagroep zet in bij de tekst 'O Heere, God mijns heils'. De tweede thema groep (bij de tekst 'Want mijne ziel
is der tegenheden zat') is lyrisch-elegisch. Ook het korte, als expositie-epiloog bedoelde, derde thema (bij de tekst 'Mijne bekenden hebt gij verre van mij gedaan'), canonisch tussen alt en sopraan, heeft een elegisch karakter. Het tweede deel, Presto, is naar de vorm als gezegd een scherzo. Het vertoont voortwervelende toonfiguren en heftige accenten. In het trio (bij de tekst 'Laat in U vroolijk en verblijd zijn') worden voor het eerst lichtere tinten in de muziek toegepast, maar de reprise van het scherzo (ingeleid door 'Doch ik ben ellendig en nooddruftig') laat de stemming van de aanvang terugkeren. Het derde deel, Adagio, is een symfonisch langzaam deel in de driedelige vorm A B A. De ernst van de onderdelen A wordt doorbroken door het lichte middendeel (bij de tekst 'De volken zullen U, O God! loven'). Het vierde deel, Allegro, is muzikaal gesproken een quintripelfuga, dat wil zeggen een fuga, waaraan vijf thema's ten grondslag zijn gelegd. Boven de opstijgende strijkersfiguren
van de aanhef hoort men het vluchtige eerste fugathema onder meer in celesta, piano en harp geëxposeerd. In dit vluchtige eerste fugathema kan men reeds tal van wezenstrekken van de koraalmelodie van psalm 150 herkennen. Het tweede thema bij de tekst 'Looft God in Zijn heiligdom' verschijnt eerst te zamen met het eerste thema, kort daarna tezamen met het derde thema op de tekst 'Looft Hem in het uit-spansel Zijner sterkte'. Het vierde thema zet in bij de tekst 'Looft Hem met het geklank der bazuin'. Een instrumentaal tussenspel, vooral gebaseerd op het eerste thema, vormt de overleiding naar het contrapuntisch hoogtepunt, waarbij alle vijf thema's zijn gecombineerd. Het vijfde thema op de tekst 'Alles wat adem heeft love den Heere' treedt hier voor het eerst in. Het koor is gesplitst in een achtstemmig dubbelkoor, waarin het tweede tot vijfde thema verwoven zijn; het eerste thema ligt in instrumentale omspelingsfiguren. In dit stemmenweefsel verschijnt ten slotte het koraalthema van
psalm 150 als cantus firmus in de bazuinen. Op het dynamisch hoogtepunt verenigen zich alle themata tot een hymnisch geheel. - HENK BADINGS