gerelateerde werken
Genre:
Orkest
Subgenre:
Twee of meer verschillende solo-instrumenten en orkest
Bezetting:
3355 4341 2perc mar cymb 2hp man str(16.16.12.12.8.) h-pf-vl-solo
Sonata : viola sola, 1974 / Joost Cransberg
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Altviool
Bezetting:
vla
Tridance : Version for three violas / Kerry Woodward
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Altviool
Bezetting:
3vla
Mirage : voor altviool solo, 1996 / Leo Samama
Genre:
Kamermuziek
Subgenre:
Altviool
Bezetting:
vla
compositie
Faithful : solo per viola, 1984 / Jan van Vlijmen
Overige auteurs:
Vlijmen, Jan van
(Componist)
Bevat:
Bevat een proloog en 28 variaties
Toelichting:
Program note (Dutch): (Première: 1984 - Nobuko Imai (Cheltenham International Festival of Music 1984)).
De titel is ontleend aan de voornaam van degene aan wie het werk ook is opgedragen, te weten Nobuko Imai. Nobuko betekent in het Engels faithful. Het werk bestaat uit een proloog (een 'lamento-achtig' thema) en 28 variaties, die zonder onderbreking in elkaar overgaan. Al luisterend zal men dit stuk ondergaan als een lange - weliswaar grillige - doorgaande lijn en men zal niet altijd in staat zijn de soms subtiele verschillen per onderdeeltje te onderscheiden.
Het stuk heeft een zogenaamde symmetrische vorm en is als volgt gerealiseerd. De 28 deeltjes kunnen zowel in 4 secties van 7 als in 7 secties van 4 variaties worden onderverdeeld. De eerste vier variaties (sectie 1), om bij de laatstgenoemde onderverdeling te beginnen, kenmerken zich door een éénstemmig en normaal gebruik van het instrument.
In sectie 2 worden twee-, drie- en vierstemmige samenklanken geïntroduceerd. De vier variaties van de derde sectie worden gekenmerkt door korte noten, voornamelijk pizzicato. De groep van vier variaties in het midden van de compositie (sectie 4) staat in het teken van snelle beweging en tremolo; halverwege deze groep, dus tussen variatie 14 en 15, ligt het snijpunt en vindt er een soort retrograde plaats, echter niet in de letterlijke formele betekenis van het woord. Vanaf variatie 15 vindt er een omgekeerde herhaling plaats van verschillende muzikale karakteristieken, dus een spiegelbeeld-structuur in de zeer algemene betekenis van het woord.
Zoals gezegd zijn er twee indelingsmogelijkheden. De indeling 4 x 7 variaties regelt het toonmateriaal en de ritmische elementen. Elke groep van 7 variaties heeft haar eigen grondwaarde (een al weer oude seriële techniek!) als basis van het ritme. Bovendien worden de beide eerste groepen van 7 afgesloten met een zogenaamde samenvatting en - geheel overeenkomstig de principes van een spiegelbeeld-structuur - vangen de derde en vierde groep van 7 variaties met een samenvatting aan. Kortom: de indeling van 7 x 4 variaties regelt het karakter van de muziek en de indeling van 4 x 7 meer het compositorisch-technische gedeelte. - JAN VAN VLIJMEN