componist
Will Eisma werkt als violist bij de Omroeporkesten. Daarnaast ontwikkelt hij een solopraktijk waarin hij zich specialiseert in hedendaagse muziek. Veel van zijn composities zijn geschreven voor de orkesten van ...
gerelateerde werken
Pentathlon : pour 5 altos et deux groupes de 10 instruments, 1982 / Will Eisma
Genre:
Orkest
Subgenre:
Altviool en groot ensemble
Bezetting:
1221 2110 mar hp 3vl 3vc 2cb 5vla-solo
Getting the Moonswings : for ensemble / Chiel Meijering
Genre:
Orkest
Subgenre:
Groot ensemble (12 of meer spelers)
Bezetting:
2fl/picc cl/cl-b sax-a/sax-s sax-bar/sax-s 2h tpt 2trb tb perc pf gtr-e bass-e
Revolving wheel : for chamber orchestra, 1983 / Robert Rowe
Genre:
Orkest
Subgenre:
Groot ensemble (12 of meer spelers)
Bezetting:
1111 sax-a 1100 perc hp(perc) pf(perc) 2vl vla vc cb
Transitions : for 13 instrumentalists, 1980, (rev. 1981) / Ernst Oosterveld
Genre:
Orkest
Subgenre:
Groot ensemble (12 of meer spelers)
Bezetting:
1111 1010 perc pf 2vl vla vc cb
compositie
Diaphora : per 15 archi, cembalo, marimbaphone e batteria / Will Eisma
Bevat:
Spectra I
Canzona
Spectra II
Toelichting:
Program note (Dutch): Diaphora betekent letterlijk 'onderscheid inzake herhaling van eenzelfde woord met andere betekenis'. In het onderhavige werk zijn motieven en toonreeksen uit een vroegere compositie gebruikt en in een nieuw daglicht geplaatst. De naam heeft echter tevens betrekking op het eerste en derde deel: beide delen hebben als grondslag dezelfde akkoordformaties en themacomplexen. Een kenmerk van het gehele werk is dat een bepaalde beweging herhaaldelijk afgeremd wordt. Zo bijvoorbeeld in het eerste deel: onstuimige strijkersfiguren wisselen af met gedeelten die lijken stil te staan in de tijd. In het tweede deel begin een soloviool met een thema, gevolgd door een cello, een tweede viool en een altviool. Na enige maten verstart de beweging in lang aangehouden akkoorden, die slechts even gekleurd worden door een accent of een toonverschuiving. Na een twintigtal maten komt de beweging weer op gang en ontstaat een over elkaar heen schuiven van thema's. Daarna stokt het weer, lange akkoorden.
Het derde deel heeft een langzame inleiding, bestaande uit twee maal een slagwerksolo gevolgd door crescenderende strijkersfiguren. Het hierop volgende snelle gedeelte wordt nog eenmaal afgeremd en schijnt daarna naar het slot toe ongestoord te verlopen. - WILL EISMA